Volgens Pechtold wil het kabinet niet voldoende extra investeren in het onderwijs. Ook baalt hij ervan dat grote hervormingen vooruit worden geschoven. „Er zit te veel licht tussen de wensen die wij voor het onderwijs hebben en de mogelijkheden die het kabinet op dit moment biedt”, aldus Pechtold. „Het is nu te veel het optellen van meevallers en blij zijn dat er niet wordt bezuinigd. Voor D66 is dit te weinig.”

Van Ojik toonde zich teleurgesteld. Hij had gehoopt dat er na al het overleg goed resultaat te melden zou zijn. Maar het overleg heeft volgens hem „niets opgeleverd, dus praten we niet verder”. En: „Het is jammer dat we tot de conclusie moeten komen dat de ambitie van het kabinet en die van ons niet bij elkaar zijn gekomen.”

Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën sprak desondanks van een constructief gesprek, waar „we elkaar op vele fronten zijn genaderd”. Maar gezien de huidige begrotingsproblematiek is het volgens Dijsselbloem niet mogelijk om aan de verwachtingen van D66 en GroenLinks te voldoen. Hij wil in augustus verder praten.

De begroting voor 2014 moet in augustus klaar zijn. Daarin moeten ook enkele afspraken uit het regeerakkoord worden verwerkt. Het gaat dan onder meer over regelingen voor mensen met kinderen, waarop zo’n 900 miljoen euro bezuinigd moet worden en om de invoering van het sociaal leenstelsel in het hoger onderwijs.

Om die plannen door te voeren, is echter wel een meerderheid nodig in de Eerste Kamer en die heeft de coalitie van VVD en PvdA nu niet. Daarom is steun van de oppositie cruciaal.

Donderdag leek het eerste overleg nog goed te verlopen. Pechtold en Van Ojik spraken toen van een positief gesprek, maar stelden toen ook al vast dat er nog wel sprake was van een flink verschil van mening met het kabinet.