Hennis bedankt militairen in Afghanistan
KUNDUZ (ANP). Jeanine Hennis-Plasschaert heeft in Afghanistan de Nederlandse militairen bedankt voor het werk dat zij hebben verricht. De minister van Defensie was zondag en maandag bij de Nederlandse troepen in Mazar-e-Sharif en Kunduz en woonde daar onder meer de afsluitende ceremonie van de Nederlandse politietrainingsmissie bij.
De terugtrekking van de Nederlandse politietrainingsmissie, die ruim 2 jaar geleden begon, moet 1 oktober zijn afgerond. Maandag kregen de laatste Afghaanse leerlingen hun certificaat. Zij nemen de veiligheids- en opleidingstaken zelf over. Ook is begonnen met inpakken van het materieel van de Nederlanders.
„Dankzij de inspanningen van u en uw voorgangers laat Nederland een tastbare erfenis achter in heel Afghanistan. Dat is iets om oprecht trots op te zijn.” Daarmee doelde Hennis-Plasschaert op de officiële erkenning van de Nederlandse politieopleiding door de Afghaanse overheid.
Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp vergezelde de minister. „Voor 2001 was Afghanistan nog een vrijplaats voor terroristen. Sindsdien hebben we samen met andere landen gevochten voor stabiliteit en het accent is steeds meer gaan verschuiven naar de opbouw van de rechtsstaat. Nu kunnen de Afghanen zelf verder”, zei hij in het district Imam Sahib, waar de minister en hij de certificaatuitreiking aan Afghaanse agenten bijwoonden.
In Mazar-e-Sharif, waar de Nederlandse F-16’s zijn gestationeerd, reikte Hennis-Plasschaert NAVO-medailles uit aan de Nederlandse troepen. De F-16’s blijven ter bescherming van de internationale troepenmacht tot medio 2014 in Afghanistan. Nederland blijft tot 2017 op financieel gebied ook ondersteunen op het gebied van rechtsstaatontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking en veiligheid. De NAVO zet de missie na 2014 voort.
Nederlandse militairen zijn sinds 2002 actief betrokken geweest bij de handhaving van de veiligheid in Afghanistan.