„Dijken in Duitsland breken eerst”
Als het water in de Rijn voor 2020 nog veel hoger zou komen te staan dan tot nu toe is gebeurd, bezwijken de dijken in Duitsland eerst. Doordat het overtollige rivierwater daar dan al wegvloeit, loopt Nederland geen risico op grootscheepse overstromingen of dijkdoorbraken. De aanleg van noodoverloopgebieden in onder meer de Ooijpolder en het Rijnstrangengebied is om die reden niet nodig.
Dat blijkt uit voorlopige conclusies van een rapport dat Rijkswaterstaat in opdracht van de provincie Gelderland en de Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen maakt. Hoewel het rapport pas in februari 2004 klaar is, wijzen de cijfers volgens de provincie Gelderland nu al uit dat Nederland geen gevaar loopt zolang Duitsland nog werkt aan het versterken van dijken. Tegenstanders van de noodoverloopgebieden wijzen al jaren op de gevaren in Duitsland, die nu ook uit officiële cijfers uit beide landen zouden blijken.
Verantwoordelijk staatssecretaris Schultz van Haegen (Verkeer en Waterstaat) liet in september aan de Tweede Kamer weten dat de dijken in Nederland juist het eerst in gevaar zouden komen bij een extreme hoogwatergolf. Volgens Gelderland baseerde de bewindsvrouwe zich op cijfers uit hetzelfde rapport. „Mogelijk zijn die haar verkeerd ingefluisterd”, zei een provinciemedewerker maandag.
Het provinciebestuur gaat de zaak in een brief aan de Tweede Kamer rechtzetten, zegt een woordvoerster. „Wij zijn niet voor overhaaste besluitvorming over de noodoverloopgebieden, maar als de Kamer daar toch voor het eind van het jaar over wil beslissen moet ze wel de goede cijfers hebben.” Gelderland en Noord-Rijnland-Westfalen willen eigenlijk pas op de hoogwaterconferentie in mei volgend jaar praten over ingrijpende maatregelen in het landschap.
„Als er bijvoorbeeld veel zuidelijker in Duitsland spaarbekkens komen, krijgt Nederland nooit de watervloed van 18.000 kubieke meter water per seconde bij Lobith, die nu in de somberste scenario’s voor deze eeuw wordt geschetst. Maar dan komt er wel water via de achterdeur binnen, namelijk vanuit de overstroomde Duitse gebieden, en dan moeten we daar iets aan doen. Beide landen zijn sterk van elkaar afhankelijk en moeten samenwerken. Nederland moet niet solistisch opereren”, meent het provinciebestuur.