Overheid moet geweld tegen christenen in asielzoekerscentra voorkomen
De overheid dient er alles aan te doen om te voorkomen dat christenen in het asielzoekerscentra slachtoffer zijn van geweld, stelt ds. M. E. Buitenhuis.
„Het azc is geen Nederland. Het azc is Irak.” Deze woorden hoorde ik zo’n drie jaar geleden voor het eerst. Opvallende woorden, die me bijbleven. Begin dit jaar hoorde ik ze opnieuw. In een doopgesprek sprak een Irakees precies dezelfde woorden: „Het azc is geen Nederland. Het azc is Irak.”
Hij had reden om dit te zeggen. Nadat christelijke bezoekers zijn huis in het asielzoekerscentrum (azc) in Sint Annaparochie hadden verlaten, ontstak een huisgenoot in woede. Dat er in zijn huis uit de Bijbel werd gelezen en tot de Heere werd gebeden, was hem te veel. Met een mes probeerde hij de Irakees dood te steken. Gelukkig mislukte dat, zodat de man het kon navertellen.
De asielzoeker leeft sindsdien ondergedoken. Nog maar één keer per week komt hij voor de verplichte melding in het azc. De rest van de tijd logeert hij bij verschillende vrienden. Ook in de buurt van Noordbergum, waar hij de gereformeerde kerk (vrijgemaakt) bezoekt.
Wij kenden hem nog van drie jaar eerder, toen hij woonde in het azc in Bergum. Twee van zijn Iraakse vrienden werden in die tijd bij ons gedoopt. Ze werden bedreigd, geschopt en geslagen. Als slachtoffers van dit geweld moesten ook zij onderduiken. Ze kregen uiteindelijk een plek in een ander azc. Het voelde echter vreemd dat juist zij als slachtoffers moesten vertrekken.
Ook andere asielzoekers die de kerkdiensten en Bijbelstudies in onze gemeente bezoeken, krijgen te maken met geweld. Soms gebeurt dat heel onopvallend voor de buitenwereld. Als huisgenoten een jong echtpaar belemmeren om gebruik te maken van de keuken of de douche, valt dat anderen niet op. Zulke pesterijen komen helaas wel voor. Ook dreigementen zijn vrijwel onzichtbaar. Geen Nederlander die het verstaat als in het Farsi gezegd wordt: „Jij bent een afvallige. Jouw bloed mag wel vloeien.”
Vier hechtingen vanwege een messteek in de nek vallen wel op. Voor wie het wil zien, valt het ook op als een asielzoeker die in Nederland mag blijven, niet in een huis in Bergum durft te wonen. Dan hebben we het over een voormalige asielzoeker die om zijn veiligheid asiel gekregen heeft, maar vervolgens in Nederland ondergedoken leeft, om zijn veiligheid. Of een asielzoeker die blij is dat hij gedoopt wordt, maar er mogen geen foto’s gemaakt worden. Want stel je voor dat die foto’s in verkeerde handen vallen.
Wanneer christelijke asielzoekers zulke dingen meemaken, is de schrik groot. Maandagavond 18 februari werd een van hen daadwerkelijk vermoord. Mostafa Talaie had na twaalf jaar eindelijk te horen gekregen dat hij mocht blijven in Nederland. Vanuit Ter Apel reisde hij naar Bergum om daar zijn spullen op te halen en afscheid te nemen. In het azc in Oisterwijk zou hij wachten op een huis. Dat azc heeft hij nooit bereikt.
Het duurde even voordat het nieuws van zijn dood Bergum bereikte. Het duurde nog iets langer voordat duidelijk werd dat het ging om een moord. De schrik is groot, want Mostafa’s vrienden denken dat zijn moord te maken heeft met zijn bekering tot Christus. Ze wijzen erop dat Mostafa met een mes is doodgestoken. Dat doet hen denken aan het Midden-Oosten. Bovendien was het geen roofoverval, want Mostafa’s hele bezit was nog in een paar koffers aanwezig.
Na de begrafenis wordt verteld dat Mostafa met gebroken handen in de kist ligt. Een teken van grote vernedering. Bovendien kreeg hij als christen toch een islamitische begrafenis, maar –zo wordt erbij gezegd– wel een oneervolle islamitische begrafenis.
Voor mij zijn dit geen doorslaggevende argumenten die duidelijk maken dat de moord op Mostafa te maken heeft met zijn bekering. Maar gezien de vele bedreigingen die tot het christendom bekeerde asielzoekers op hun bordje krijgen, durf ik niet te ontkennen dat zoiets zou kunnen voorkomen. Zeker niet als een andere asielzoeker even na de moord dreigtelefoontjes krijgt met de mededeling: „Jij bent christen. Het is tijd dat jij ook vermoord wordt.”
Dat er spanningen zijn op een azc is niet vreemd. De mix van verschillende godsdiensten, culturen en achtergronden gecombineerd met de doelloosheid en uitzichtloosheid van het bestaan, zorgt voor een gespannen atmosfeer. Toch voelt het niet goed dat slachtoffers van bedreigingen en geweld moeten onderduiken, terwijl de daders kunnen blijven zitten. De overheid heeft volgens mij de taak om de veiligheid van asielzoekers beter te waarborgen.
Ik blij dat veel asielzoekers ondertussen iets gevonden hebben dat belangrijker is dan aardse veiligheid. We mogen in Noordbergum elke week tientallen asielzoekers ontmoeten die rust hebben gevonden bij de Heere. Ondanks onzekerheid over hun asielprocedure hebben ze toch vertrouwen en uitzicht gekregen; ze weten dat hun leven veilig in Gods handen ligt. Als ze mogen blijven in Nederland willen ze met Hem leven. Mocht de Nederlandse overheid hen terugsturen naar het Midden-Oosten, dan zal de Heere ook daar met hen meegaan. Ik gun deze broeders en zusters een veilig bestaan. Ook in Nederland.
De auteur is predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt te Noordbergum.