„De publieke verklaringen tegen de strijd in Syrië zijn belangrijke signalen waarvan een ontmoedigende werking kan uitgaan”, schrijft minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) maandag in een brief aan de Tweede Kamer.

De bewindsman stelt daarin ook dat de kans op een aanslag in Nederland reëel is, daarom blijft het dreigingsniveau voor terrorisme op het een na hoogste niveau. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) Dick Schoof verhoogde in maart van dit jaar voor het eerst sinds 2009 het niveau naar ‘substantieel’ (niveau 3 van 4).

Destijds zei Schoof dat burgers op straat niets merken van de verhoging en ze hoeven zich geen zorgen te maken. Hij vertelde dat onder meer de geheime dienst AIVD en de politie „hun alertheid hebben verhoogd en hun inspanningen hebben geïntensiveerd”.

De grootste dreiging gaat nog altijd uit van jihadgangers die terugkeren uit Syrië. Niet van iedere persoon die terugkeert van de jihad gaat een dreiging uit. Er moet rekening mee worden gehouden dat „dergelijke personen niet alleen radicaal maar ook getraumatiseerd” zijn en ook bereid zijn om geweld te gebruiken, schrijft Opstelten daarover. De AIVD schat het aantal jihadreizigers vanuit Nederland op 50 tot 100.

Maar ook vastberaden jihadgangers die hier zijn tegengehouden kunnen een dreiging vormen. Opstelten wijst daarbij op recente gebeurtenissen in het buitenland, zoals de moordaanslag op een soldaat in Londen. „Sommige westerse jihadisten raakten, nadat zij ervan weerhouden waren hun doel in het buitenland te bereiken, betrokken bij binnenlandse complotten.”

Opstelten schrijft ook dat er sprake lijkt te zijn van een verharding onder het extremistische deel van de asielbeweging. „Er is sprake van kritische aandacht voor het Nederlandse asielbeleid.”