Roemenië: zwerfhonden, straatkinderen en hackers
Buiten vroor het bijna 70 graden, maar de wetenschappers in het Amerikaanse onderzoekscentrum op Antarctica liepen om een andere reden de rillingen over het lijf. Een e-mail op een computerscherm: „Ik heb ingebroken in de server. Geef me geld of ik verkoop de gegevens aan een ander land.”
Om te bewijzen dat het geen bluf was, bevatte de e-mail onderzoeksgegevens die bewezen dat de hacker op de centrale computer van het onderzoeksstation had rondgeneusd. De FBI werd ingeschakeld. Die traceerde de herkomst van de e-mail: een internetcafé in Boekarest. Twee Roemenen werden opgepakt.
Roemenië is in opkomst als centrum van computercriminaliteit. De FBI spreekt van een los georganiseerd, maar steeds agressiever netwerk van jonge Roemenen die, soms met medeplichtigen in West-Europa of de Verenigde Staten, miljoenen per jaar stelen van zowel consumenten als bedrijven.
Van oudsher is Roemenië sterk in IT. De voormalige dictator Nicolae Ceausescu zag in dat computers de toekomst hadden en stimuleerde het gebruik ervan. Tegenwoordig krijgen Roemenen hun eerste computerles op de kleuterschool. Op iedere straathoek zit een internetcafé. De universiteiten staan bekend om hun goede informaticaopleidingen.
De beste studenten komen misschien terecht bij Microsoft of een ander buitenlands bedrijf, maar in Roemenië zelf is er nauwelijks werk. Het gevolg ligt voor de hand: werkloze whizzkids gaan het slechte pad op. De politie in West-Europa en de VS heeft aparte afdelingen opgezet voor computercriminaliteit. Dagelijks melden zich honderden mensen die zijn opgelicht. Niet zelden leidt het spoor naar een internetcafé in Roemenië. De whizzkids zijn slim genoeg om niet hun eigen computer te gebruiken.
Sommigen maken webpagina’s die in alles lijken op betrouwbare sites, zoals de veilingsite eBay, maar die in werkelijkheid de koper de digitale variant van het achterafsteegje inlokken. De daders bieden elektronische apparatuur en andere producten aan. Potentiële kopers denken dat ze via eBay zakendoen, maar het geld verdwijnt in de zakken van de criminelen. Niet voor niets zijn er veel webwinkels die niet aan Roemenië leveren wegens het grote frauderisico. Rusland, Nigeria en Maleisië zijn landen in hetzelfde rijtje.
Afpersing -of pogingen daartoe, zoals op het Zuidpoolstation- komt ook veel voor, al weet niemand hoe vaak precies, omdat de bedrijven het niet zelden geheim houden. Hackers breken in op computernetwerken van bedrijven en dreigen gevoelige informatie te publiceren als ze geen geld krijgen. Afgelopen zomer arresteerde de Roemeense politie met hulp van de FBI in de stad Sibiu zes jonge Roemenen die met succes 50.000 dollar hadden afgeperst van diverse Amerikaanse bedrijven. Om welke bedrijven het ging, wordt angstvallig geheimgehouden.
De daders werden aangemoedigd doordat Roemenië tot begin dit jaar geen wetten tegen computercriminaliteit had. Inmiddels is dat rechtgezet, en drastisch ook. De maximumstraf is nu vijftien jaar - meer dan twee keer zo veel als de maximumstraf voor verkrachting. „We willen dat ons land een goede naam krijgt”, zegt parlementslid en voormalig computerprogrammeur Varujan Pambuccian. „Ik heb er genoeg van dat Roemenië zo bekend is door zwerfhonden, straatkinderen en hackers.”
De Roemeense politie heeft een afdeling voor de bestrijding van computercriminaliteit opgezet. Gevraagd naar details houdt hoofdinspecteur Virgil Spiridon een betoog over het onderscheppen van internetverkeer, het traceren van adressen en headers en het in beslag nemen van computers en harde schijven.
Mihai Radu van computerbeveiligingsbedrijf BitDefender in Boekarest, heeft echter weinig vertrouwen in de effectiviteit van de politie. „Ze zijn niet gekwalificeerd”, zegt Radu. Om hem heen zijn jongeren in jeans en T-shirt bezig programmacodes te analyseren en op virussen te controleren. „Ze hebben de benodigde middelen, kennis en software niet in huis.”
Radu vertelt dat de hackers zich niet gemakkelijk laten intimideren. Ze spelen zelfs graag een spelletje met degenen die jacht op hen maken. Ooit zette Radu thuis zijn pc aan, waarna hij geschokt toekeek hoe de cursor bewoog zonder dat hij iets deed en de cd-rom-drive open- en dichtging alsof er een klopgeest in zijn computer huisde. „Ik was gehacked”, zegt hij droog. Radu wijst om zich heen, op de zaal vol programmeurs. „Zij kunnen alles. Wie weet wat ze zouden uitspoken als ze niet hier werkten.”