Pleidooi voor debat Kamer over „misstanden” Papoea
DOORN. De Samenwerkende Organisaties voor West Papua (SOWP) starten een burgerinitiatief. Ze willen dat de Tweede Kamer spreekt over „de huidige mensonterende omstandigheden van de Papoea’s.”
De organisaties, die dit vrijdag aankondigden, willen dat de regering laat onderzoeken of de situatie van de Papoea’s te maken heeft met het feit dat het volk nooit eerlijk de kans kreeg zich vrij uit te spreken over zijn eigen toekomst. Om de Tweede Kamer via een burgerinitiatief te vragen om een debat hierover, zijn 40.000 handtekeningen nodig.
De SOWP wijst op de misstanden in West-Papoea, het voormalige Nederlands-Nieuw-Guinea. Door massale transmigratie zijn de Papoea’s een gediscrimineerde minderheid in eigen land geworden. Er is sprake van moord, marteling, verkrachting en verdwijning, stellen de organisaties.
Journalisten en mensenrechtenorganisaties hebben officieel geen toegang tot het gebied. Toch worden door onder meer Amnesty International en Human Rights Watch regelmatig rapporten gepubliceerd over schendingen van mensenrechten.
In de binnenlanden bestaat een chronisch gebrek aan goede voorzieningen op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg. De kindersterfte is er buitengewoon hoog. Eeuwenoude bossen worden opgeofferd aan winning van hout, gas en olie. Papoea’s profiteren hier nauwelijks van en worden slachtoffer van dit beleid. De Speciale Autonomiewet die Papoea’s meer mogelijkheden zou moeten geven, functioneert niet.
Omdat het gebied tot 1962 door Nederland werd bestuurd, heeft ons land volgens de SOWP „de morele plicht de feiten en gevolgen openbaar te maken rond de gemanipuleerde Act of free choice in 1969.”
In 2005 presenteerde prof. dr. P. J. Drooglever zijn studie ”Een daad van vrije keuze”. „De studie werd in opdracht van de Tweede Kamer uitgevoerd, maar is nooit in het parlement behandeld. In deze studie wordt aangetoond dat een streng geselecteerde groep Papoea’s met het mes op de keel werd gedwongen voor aansluiting bij Indonesië te stemmen.”
De SOWP vindt dat de slechte humanitaire, sociale, economische en culturele omstandigheden vooral zijn veroorzaakt door het feit dat Indonesië de Papoea’s de mogelijkheid tot zelfbeschikking heeft onthouden.