Zorgen over kabeljauw en zeebaars in Noordzee
DEN HAAG. In de Noordzee zwemt meer schol dan biologen ooit hebben vastgesteld sinds het begin van hun metingen in 1957. Dat blijkt uit de voorlopige vangstadviezen van de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES).
Het Wageningse onderzoeksinstituut Imares presenteerde de adviezen vrijdag namens ICES aan het ministerie van Economische Zaken, de visserijsector en milieuorganisaties. De adviezen zijn bepalend voor de visvangstquota voor 2014, die aan het einde van het jaar door de Europese visserijministers worden vastgesteld.
Met de meeste vissoorten in de Noordzee gaat het beter. Over kabeljauw en zeebaars zijn de biologen wel bezorgd. De kabeljauwstand groeit slechts traag, die van zeebaars neemt al sinds 2005 sterk af. Voor die laatste soort, die steeds intensiever wordt bevist, geeft ICES nu voor het eerst een vangstadvies af (zie tabel).
Voor de Nederlandse kottervloot zijn schol, tong en kabeljauw de belangrijkste soorten. Op haring wordt door grote trawlers gevist. Voor deze vier soorten zijn beheerplannen van kracht, die ervoor moeten zorgen dat de hoeveelheid vis in zee (het bestand) op een verantwoord peil blijft.
De stand van volwassen schol in de Noordzee neemt al sinds 2002 flink toe. Volgens Imares komt dat mede door de afgenomen visserijdruk. De onderzoekers schatten het scholbestand begin dit jaar op ruim 663.000 ton. In 2013 mogen de Europese vissers 97.000 ton aan land brengen. Voor volgend jaar adviseert ICES –evenals de afgelopen jaren– een verhoging naar een kleine 112.000 ton. Meer is volgens het geldende beheerplan voor schol niet toegestaan.
ICES adviseert naast schol ook voor kabeljauw een verhoging van de toegestane aanlandingen. Het kabeljauwbestand groeit sinds 2006 gestaag maar zit nog wel op een te laag niveau.
Voor tong en haring pakken de adviezen wat lager uit dan dit jaar. Beide soorten staan er goed voor. De tongstand zit met ruim 50.500 ton op een veilig niveau en aan haring leeft er meer dan 2 miljoen ton in de Noordzee.
Voor de kleinere soorten tarbot en griet gold tot vorig jaar een gecombineerd vangstadvies. Nu is dat voor het eerst opgesplitst. Aparte quota komen er vooralsnog niet.
Imares-onderzoeker Aukje Coers noemt de hoge scholstand goed nieuws voor de visserij maar zegt erbij dat de prijzen die de vis opbrengt laag zijn. De adviezen voor de kleinere soorten werden volgens haar door de sector met enige scepsis ontvangen. „Vissers vragen zich af hoe betrouwbaar de cijfers zijn. Bovendien zijn ze bang dat een soort als zeebaars straks beperkend wordt bij de visserij op de grote soorten.”
Dat laatst kan gebeuren als het teruggooien van bijvangst verboden wordt, zoals de EU onlangs bepaalde. Secretaris Geert Meun van de organisatie van kottervissers VisNed is dan ook ronduit ontstemd over de ICES-adviezen voor de kleinere soorten, met name zeebaars, een soort die vroeger niet in de Noordzee voorkwam maar de laatste vijftien jaar vanuit zuidelijke wateren steeds verder naar het noorden doordringt.
„Dit is zeer bedreigend voor de gemengde visserij”, aldus Meun. „In 2011 werd al 7000 ton zeebaars gevangen. Nu komt ICES met een advies van maximaal 2700 ton. Als er voor deze soort een quotum komt in die orde van grootte, is dat dramatisch.”
Volgens Meun ontbreekt voor de kleinere soorten de wetenschappelijke onderbouwing. „De adviezen zijn gebaseerd op bepaalde parameters. Maar als je weet dat voor de grote soorten de visserijdruk is afgenomen tot een niveau uit de jaren zestig en dat de bestanden elk jaar toenemen, dan mag je aannemen dat dit ook voor de kleine soorten geldt.”
In dit verband is ook het onderscheid tussen aanlandingsquota en vangstquota cruciaal. Tot nu toe gaf ICES alleen adviezen voor de hoeveelheid vis die aan land mag worden gebracht. De daadwerkelijke vangst is echter soms aanmerkelijk hoger.
„De EU heeft ons voor het eerst gevraagd ook een inschatting van de vangst te maken”, meldt onderzoeker Coers. „Vissers zien daarin een voorbereiding voor de uitwerking van de discardban (het verbod op teruggooien van bijvangst, red.). Voor schol bijvoorbeeld schatten we dat voor 112.000 ton aan land gebrachte vis op zee 159.000 ton is gevangen.”