Akkoord over hervorming EU-landbouwbeleid
Vertegenwoordigers van de Europese Commissie, het Europees Parlement en de EU-lidstaten wisten het woensdag eens te worden over een nieuw Europees landbouwbeleid. Dat hebben de Ieren, die nu het EU-voorzitterschap hebben, bekendgemaakt. Het is de eerste keer dat het 50 jaar oude Europees landbouwbeleid grondig wordt aangepakt.
Landbouwsubsidies zijn en blijven wel de grootste pot binnen de miljardenbegroting van de EU. Van de 960 miljard euro die vanaf 2014 in 7 jaar uitgegeven mag worden, is circa 40 procent beschikbaar voor steun aan boeren. Aangezien de gehele begroting omlaag is, is ook het deel voor landbouwsubsidies lager.
Voor Nederlandse boeren is er jaarlijks bijna 100 miljoen euro minder beschikbaar door de verandering in de verdeling van de gelden.
Voor Europarlementariërs Gerben-Jan Gerbrandy (D66) en Bas Eickhout (GroenLinks) is het akkoord zeer teleurstellend. Verplichte vergroeningsmaatregelen voor boeren zijn uitgekleed en te vrijblijvend. Gerbrandy sprak van „een volledige ontsporing”. Volgens hem waren de lidstaten alleen geïnteresseerd in de vraag hoeveel geld er voor hun eigen boeren zou overblijven.
Eickhout: „Het landbouwbeleid blijft grootschaligheid belonen ten koste van kleinschalige boerenbedrijven, dierenwelzijn en natuur.”
CDA-Europarlementariër Esther de Lange is blij met het akkoord. „Efficiënter gebruik van een kleiner budget.” Zij wijst erop dat anderen, zoals vliegvelden, niet langer geld krijgen uit het landbouwpotje.
Bas Belder van de SGP had liever meer maatwerk voor de Nederlandse sector gezien.
„Jammer dat de Commissie niet breder wilde kijken en win-win opties voor groene groei geen echte kans heeft gegeven. Denk bijvoorbeeld aan precisielandbouw. De Commissie had gewoonweg geen zin om tijd te steken in de beoordeling van andere, effectieve duurzaamheidscertificaten die door de sector zelf ontwikkeld hadden kunnen worden.”
Belder ziet als positief punt de aandacht voor jonge boeren. Lidstaten zijn verplicht jonge boeren een top up premie te geven en kunnen daarvoor maximaal twee procent van hun nationale landbouwbudget inruimen.