Volgens PVV-leider Geert Wilders is premier Mark Rutte „de grote schuldige” van de slechte staat van de Nederlandse economie. Het land wordt kapot bezuinigd en de „portemonnee van de gewone man leeggegraaid”. Het enige dat Rutte daar tegenover stelt is „wereldvreemde dronkenmanspraat” om burgers aan te sporen een huis of een auto te kopen.

Volgens Wilders leidt het kabinetsbeleid tot „een economisch drama en een sociaal bloedbad” en is driekwart van de bevolking tegen de bezuinigingen. Volgens Wilders voert het kabinet „een vernietigend beleid op bevel van Brussel”.

Ook SP-leider Emile Roemer vindt dat Nederland zijn oren uitsluitend naar Brussel laat hangen. „Als Olli Rehn zijn hoepeltje omhoog houdt, dan springen de heren er netjes doorheen.” Dat leidt volgens Roemer tot meer werklozen, minder geld voor de zorg, afbraak van de sociale voorzieningen, minder groei, minder koopkracht en meer armoede.

D66-leider Alexander Pechtold verwijt het kabinet juist dat het allerlei noodzakelijke hervormingen van bijvoorbeeld de arbeidsmarkt voor zich uitschuift. Volgens hem heeft het kabinet „zijn ambities stap voor stap afgezwakt” en lijkt het uitgeblust.

CDA-leider Sybrand Buma verweet het kabinet vooral de middeninkomens te treffen in de grote nivelleringsoperatie waar het kabinet mee bezig is. Het CDA zal geen nieuwe lastenverzwaringen steunen, zei Buma. Het kabinet geeft 600 miljoen uit voor omslachtige banenplannen, terwijl het dat geld beter kan besteden om werk in de maakindustrie terug te halen uit lagelonenlanden.

ChristenUnie-leider Arie Slob waarschuwde het kabinet niet verder te bezuinigen op kindregelingen voor gezinnen.