Wereld kijkt naar Japanse walvisvangst
DEN HAAG (ANP). Onder grote belangstelling van de wereldpers is het Internationaal Gerechtshof in Den Haag woensdag begonnen met de behandeling van de Australische klacht tegen de Japanse walvisvangst. Onder het mom van „wetenschappelijk onderzoek” vangt Japan jaarlijks honderden walvissen.
Volgens Australië is die walvisvangst echter gewoon commercieel. Volgens dierenbeschermers van organisaties als Greenpeace en Sea Shepherd eten de Japanners de walvissen gewoon op. Milieuactivisten kwamen als waarnemers naar de Grote Rechtzaal; er waren geen betogingen voor het Vredespaleis.
Australië betoogde dat de massale vangst van walvissen in het beschermde gebied bij de Zuidpool „rampzalige consequenties” heeft. De regering in Canberra voelt zich gesteund door tientallen andere landen die zich hebben aangesloten bij haar al jaren durende protest tegen de Japanse walvisvangst. Het milieu is een gemeenschappelijk goed van de mensheid dat in het belang van toekomstige generaties moet worden beschermd tegen het eigenbelang van afzonderlijke landen, aldus Australië.
„Het doden van het onderwerp dat je bestudeert om er meer over te weten te komen, kan alleen maar het laatste redmiddel zijn”, zo betoogde Australië fijntjes voor de hoogste VN-rechters, die geschillen tussen staten beslechten.
Australië herinnerde eraan dat de Internationale Conventie voor de Regulering van de Walvisvangst uit 1946 „het hart” vormt van het juridische geschil met Japan dat het voorlegt aan het Internationaal Gerechtshof. Het gaat om een van de eerste internationale verdragen om het milieu te beschermen. Staten beseften toen dat tal van soorten walvissen, de grootste zeezoogdieren, bedreigd werden door de vangst van te veel exemplaren.
Japan, dat partij is bij dat verdrag, is al jaren „in diepe juridische slaap”, zo stelde de Australische delegatie in het Vredespaleis. „Moet er een mooie witte walvis komen om Japan wakker te maken?”