Boek over de reformatie in Den Bosch gepresenteerd
„De verovering van ’s-Hertogenbosch in 1629 is de bevolking van Noord-Brabant tot nu toe in negatieve zin bijgebleven. Toen werd de openbare uitoefening van de rooms-katholieke godsdienst verboden.”
Dat zei Aart Vos, voorheen wetenschappelijk medewerker bij het Stadsarchief ’s-Hertogenbosch, gisteren tijdens de presentatie van het boek ”Reformatie in Brabant. Protestanten en katholieken in de Meierij van ’s-Hertogenbosch, 1523-1634”. Schrijver Gerard van Gurp bood het boek aan aan René Bastiaanse, directeur van het Brabants Historisch Informatie Centrum.
In het boek is 1629, toen Frederik Hendrik de stad veroverde, een bijzonder jaartal. Door de verovering bleef een groot deel van Noord-Brabant bij Nederland horen. Veel Noord-Brabanders is dit jaar lang bijgebleven. Toen werd voor lange tijd verboden de rooms-katholieke godsdienst in het openbaar uit te oefenen. Vos vindt het eenzijdig dat de bevolking niet is bijgebleven dat de Brabanders gewetensvrijheid kregen, wat hij „uniek” voor die tijd noemde.
Veel Bosschenaren noemden de verovering een „bezetting.” Dat kwam onlangs bij de heropening van het Noord-Brabants Museum nog naar voren, aldus Vos. Hijzelf wilde wel spreken van „achteruitzetting” maar niet van „vervolging”, die er in de tijd voorafgaand aan de verovering wel was. Hij vroeg zich af waarom de politiek nooit ruimte geboden heeft voor een monument voor martelaren op het marktplein.
Dat er vervolging heeft plaats gevonden, wordt zonneklaar uit het boek ”Reformatie in Brabant”. Het bleek ook uit de toespraak van Van Gurp. „Afvalligheid van de Rooms-Katholieke Kerk werd in de zestiende eeuw als een aantasting van de openbare orde gezien”, zei hij. Hij vertelde over aanhangers van de nieuwe leer in de Meierij (de streek waarin Den Bosch ligt) die verbrand, gewurgd en verdronken werden, louter omdat ze het niet met de Rooms-Katholieke Kerk eens waren.
De auteur legde uit dat de reformatie vooral een stadse aangelegenheid was. Dat had veel te maken met de handel. In de herbergen spraken kopers en verkopers met elkaar en wisselde men nieuwtjes uit. Een andere belangrijke factor voor de verbreiding van de nieuwe leer was de hogere graad van geletterdheid in de steden. In de Meierij kwamen vooral in ’s-Hertogenbosch en Eindhoven aanhangers van de nieuwe leer voor. In de dorpen ging het om enkelingen.
Het calvinisme groeide hard in de jaren 60 van de 16e eeuw. Aan die groei kwam een abrupt einde na 1566, het jaar van de Beeldenstorm, toen de repressie te sterk werd. Vanuit de Meierij vond vooral een uittocht plaats naar de Duitse steden Goch en Wezel.
In de jaren 70 van de 16e eeuw groeide het aantal protestanten weer snel. Den Bosch telde rond 1579 op een bevolking van 20.000 inwoners zo’n 5000 protestanten. Van de 1200 inwoners van Eindhoven was ongeveer de helft calvinistisch. Het samenleven van gereformeerd en rooms-katholiek was echter niet lang mogelijk. Een tweede en definitieve uittocht van protestanten kwam op gang in 1579, na de verovering van Maastricht door de Spanjaarden. De calvinisten vroegen het stadsbestuur staatse troepen toe te laten voor de verdediging van de stad, maar dat werd geweigerd. Toen vluchtten meer dan 4000 Bosschenaren en vestigden zich in het noorden van het land. De meesten keerden niet terug naar Den Bosch.
Toen Frederik Hendrik ’s-Hertogenbosch een halve eeuw later veroverde, waren er nog maar enkele gereformeerden over, aldus Van Gurp. Nu raakten de rooms-katholieken hun rechten kwijt. Toch is er in de Noord-Brabantse hoofdstad door protestanten en rooms-katholieken vaak op een goede manier samengewerkt, aldus de auteur.
Lees in Digibron:
Reformatie van stad en meierij Den Bosch -1- door A. Verwijs (In het spoor, 01-10-2010)
Als Den Bosch geus wordt… door drs. A.A. van der Schans (Protestants Nederland, 01-12-2009)
De verovering van Den Bosch (Gereformeerd Weekblad, 14-12-1979)