„Justitiepastor moet stem verheffen over onmenselijke situaties”
De benadering van een gedetineerde door justitie verschilt sterk van die door een geestelijk verzorger. Dat levert soms spanning op bij de pastor, concludeert promovendus mr. drs. A. A. T. van Eijk. Hij roept pastores ertoe op hun stem profetisch te verheffen als ze onmenselijke situaties tegenkomen.
Ryan van Eijk, jurist en rooms-katholiek theoloog, werkt als justitiepastor in de penitentiaire inrichting in Vught. Ook is hij secretaris van het Centrum voor Justitiepastoraat in Tilburg. Morgen promoveert hij aan Tilburg University op zijn studie ”Menselijke waardigheid tijdens detentie. Een onderzoek naar de taak van de justitiepastor”.
In de vijftien jaar dat hij als justitiepastor werkzaam is, zag Van Eijk de maatschappelijke en politieke sfeer rond gedetineerden veranderen. „De kijk op gevangenen is zakelijker en grimmiger geworden, harder dus ook.” Dat maakt het werk van de geestelijk verzorger „lastiger”, aldus de promovendus.
Wat verstaat u onder een menswaardige benadering van gedetineerden?
„Het gaat erom dat je oog hebt voor de concrete mens die voor je staat, met zijn eigen verhaal, zijn mogelijkheden en onmogelijkheden. Dat geldt in het algemeen, maar zeker ook als iemand in detentie zit. De samenleving schrijft mensen soms af, maar in het pastoraat is er altijd perspectief. Een geestelijk verzorger gaat ervan uit dat er verandering mogelijk is, ook als dat helemaal niet vanzelfsprekend lijkt, bijvoorbeeld als gedetineerden levenslang hebben.”
In hoeverre verschilt die benadering van de houding die u bij justitiepersoneel tegenkomt?
„De overheid heeft een andere verantwoordelijkheid. De benadering van justitie begint bij wantrouwen jegens mensen die op z’n minst worden verdacht van iets wat niet wenselijk is. Pastoraat begint juist met het geven van vertrouwen. Dat zijn totaal verschillende aanvliegroutes. Dat levert onvermijdelijk spanning op, maar we hebben elkaar ook nodig.
Justitie moet onder meer zorgen voor veiligheid en het huishoudboekje op orde houden, wat volkomen legitiem is. In de geestelijke verzorging staat echter de mens centraal, niet de misdaad of de mammon. Voor pastores is het van belang dat de detentie zo wordt ingericht dat mensen ondanks hun vrijheidsbeperking nieuw levensperspectief kunnen ontwikkelen. Ze kijken vooral naar wensen en mogelijkheden, bijvoorbeeld als het gaat om het onderhouden van relaties met mensen buiten de gevangenis.”
Hoe groot is de kloof tussen de justitiële en de pastorale benadering?
„Dat is moeilijk te zeggen. Er is de laatste tijd sprake van een versobering van het gevangenisregime, waarbij er bijvoorbeeld wordt bezuinigd op dagprogramma’s. Terwijl juist die mensen ruimte bieden om perspectief te houden. Dat wringt. Ook is er vaak sprake van regels die voor grote groepen gelden, waarbij individuele mensen in het gedrang kunnen komen. Een unit heeft bijvoorbeeld één beveiligingsniveau, terwijl sommige gedetineerden met geringere maatregelen toe zouden kunnen. Als daar meer rekening mee wordt gehouden, maak je het voor mensen leefbaarder en krijgen ze ruimte om invulling te geven aan hun eigen verantwoordelijkheid. Op dat vlak valt er winst te behalen.”
Wat is het schrijnendste voorbeeld van een inhumane benadering dat u tegenkwam?
„Een geestelijk verzorger vertelde dat de vrouw van een gedetineerde was overleden. De man werd in een isoleercel geplaatst. Hij moest zich volgens een vaste procedure uitkleden en een speciaal hemd aantrekken. Vervolgens kreeg hij een telefoon in handen gedrukt en hoorde hij dat zijn partner was overleden. Dan klopt de procedure misschien, maar heb je weinig oog voor de mens.
Dit soort situaties is niet structureel, maar het gebeurt wel. Schrijnend vind ik ook dat gedetineerden nogal eens aangeven dat ze door personeel worden genegeerd. Dat is geen beleid van justitie, maar het is wel de manier waarop soms met mensen wordt omgegaan. Dat is een belangrijk aandachtspunt.”
Wat kan de geestelijk verzorger in dergelijke omstandigheden betekenen?
„De pastor staat in zulke situaties naast mensen en probeert hun kracht en troost te geven om het te kunnen volhouden. Soms heeft hij de gelegenheid zaken die misgaan aan te kaarten in de organisatie, maar dan heeft de gedetineerde het probleem al ondergaan. Het blijkt ook lastig om inhumane situaties aan de orde te stellen, omdat het gemakkelijk als kritiek wordt verstaan. Niemand wil beschuldigd worden van onmenselijk gedrag. Het is een uiterst gevoelig onderwerp.”
Wat is uw belangrijkste aanbeveling?
„De pastor moet beter getraind worden om aandacht te vragen voor inhumane situaties. In de bij- en nascholing moet daar aandacht voor zijn. Daar ligt een taak voor de kerk. Ook pleit ik ervoor na te denken over het instellen van ethische commissies binnen justitiële inrichtingen. Daarin kunnen bijvoorbeeld de directie van de instelling, de diverse zorgverleners en mensen van de werkvloer zitting hebben. Zo’n commissie moet verder kijken dan concrete incidenten en zich in het algemeen bezinnen op bijvoorbeeld initiatieven ter verbetering van een humaan inrichtingsklimaat. Dat zal een lange weg zijn, maar het is de moeite waard om die te gaan.”
Op de eerste bladzijde van uw proefschrift staat Ezechiël 2:1-10. Waarom dit gedeelte?
„Het is het roepingsverhaal van de profeet. De clou zit aan het eind. Een profeet heeft onder meer de taak kritisch te zijn: Heb de moed om de klachten die er zijn tot je te nemen en daar iets constructiefs mee te doen. Daarin zie ik de profetische rol die ook een justitiepastor heeft.”
„Je bent hier geen mens”
„Ik ben vorige week overgeplaatst naar een andere afdeling. Ik heb nu een andere psycholoog. Met de vorige kon ik goed uit de voeten, en volgens mij was dat wederzijds. Toen ik vanmorgen vroeg naar mijn psycholoog, kreeg ik van een personeelslid te horen: Oh, maar die komt hier niet, je hebt nu een ander. (…) Geen uitleg, geen afscheid, geen overdracht. Want ach, dat hoeft toch ook niet? Want ja, je bent hier geen mens. Je bent hier maar een gedetineerde, een crimineel. Die hoef je toch niet serieus te nemen. Daar kun je mee omgaan zoals je wilt, als met een ding… Maar ik, ik vind het onfatsoenlijk.”
”Menselijke waardigheid tijdens detentie”, Ryan van Eijk; uitg. Wolf Productions, Oisterwijk, 2013; ISBN 9058509885; € 27,95.