Kamer twijfelt over verlenging Irak-missie
De Tweede Kamer wil eerst opheldering van het kabinet over de informatievoorziening van de Amerikanen en Britten aan de Nederlandse mariniers in Irak, alvorens zich uit te spreken over verlenging van de Nederlandse deelname aan de internationale stabilisatiemacht in Irak.
De coalitiepartijen en de PvdA zetten grote vraagtekens bij de uitwisseling van inlichtingen tussen de bezettende mogendheden en de Nederlandse mariniers in de Irakese provincie Al Muthanna. Aanleiding daarvoor is een incident in augustus, toen de Britten aanvankelijk geen informatie wilden doorgeven over een missie die Nederlanders in de woestijn moesten uitvoeren.
CDA, VVD en PvdA hebben hierover vragen gesteld aan de ministers De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken en Kamp van Defensie. Ze vinden het incident onacceptabel en eisen betere afspraken. Als dat niet mogelijk blijkt, moet Nederland zelf Orion-patrouillevliegtuigen en helikopters inzetten om aan informatie te komen. Volgens een defensiewoordvoerder was het incident echter eenmalig en is er nu steeds overleg.
De Tweede Kamer reageert afwijzend op het voornemen van minister Kamp om speciale troepen, zoals commando’s, op geheime missies te sturen en de Kamer daarvan eventueel slechts vertrouwelijk vooraf of pas achteraf te informeren. Kamp zei dat zaterdag in een interview met de Volkskrant.
„Het parlement moet wel aan de bal blijven”, vindt CDA-kamerlid Eurlings. Zijn VVD-collega Wilders meent dat het niet zo mag zijn dat Kamp in het geheim commando’s op pad stuurt, omdat de Kamer hem in de weg zit. PvdA’er Koenders wil niet achteraf worden geïnformeerd en vindt vooraf vertrouwelijk informeren ook geen goede oplossing.
In het interview met de Volkskrant zei minister Kamp verder dat er al zo veel Nederlandse militairen zijn uitgezonden, dat meer doen nu niet aan de orde is. „Een grote, riskante operatie zoals een landoptreden in Liberia kan er redelijkerwijs niet bij”, aldus de minister. Kamp denkt ook dat de Nederlandse bijdrage in Bosnië na tien jaar aanwezigheid geheel kan worden beëindigd.