Het Openbaar Ministerie overlegt over cassatie in belang der wet, liet een woordvoerster dinsdag weten. Advocaat Robert Malewicz, die een van de Polen bijstaat, sprak van „een doorbraak”. Volgens hem heeft een recente uitspraak in een zaak bij het Hof van Justitie in Luxemburg voor een omwenteling gezorgd, die van aanzienlijke invloed kan zijn op vergelijkbare zaken.

Omdat de Polen al meer dan vijf jaar in Nederland wonen en hier een bestaan hebben opgebouwd, vindt de rechtbank dat uitlevering discriminatie zou zijn ten opzichte van een Nederlander. Die redenering is terug te voeren op de uitspraak van het hof in Luxemburg. Malewicz: „Die uitspraak is in dit opzicht de sleutel, de rechtbank in Amsterdam is in deze bocht meegegaan.”

Ook de relatief geringe ernst van de strafbare feiten waarvoor de Poolse onderdanen werden veroordeeld, speelt voor de rechtbank een rol. Het ging om het verkopen van kleine hoeveelheden drugs, voornamelijk wiet.

Volgens de Nederlandse Overleveringswet is het verboden om een Nederlander aan een andere EU-lidstaat uit te leveren als sprake is van een onherroepelijke veroordeling. De twee Polen, die in 2006 en 2007 in Polen werden veroordeeld, zijn volgens de rechtbank geworteld in de Nederlandse samenleving. Het belang van sociale re-integratie weegt daarom zwaarder dan het uitleveringsverzoek van Polen.

„Mijn cliënt verblijft inmiddels zes jaar in Nederland, heeft een gezin en een vaste baan”, zei raadsman Malewicz.