Binnenland

Marokkanen niet overal hoofdprobleem

De problematiek met Marokkaanse jongeren in Rotterdam, Den Haag en Utrecht is niet te vergelijken met de situatie in Amsterdam. In de drie andere steden is wel sprake van een harde kern probleemjongeren. Marokkanen maken hiervan deel uit maar voeren niet direct de boventoon, aldus de gemeenten.

ANP
3 November 2003 10:10Gewijzigd op 14 November 2020 00:41

Utrecht kent een harde kern van ongeveer honderd probleemjongeren, meldt de gemeente. Ongeveer 70 procent daarvan is van allochtone afkomst, veelal Marokkanen. De afgelopen jaren heeft telkens circa 20 procent van de inwoners van Utrecht aangegeven overlast te ondervinden van groepen jongeren.

Onlangs kwam in Utrecht een groep Marokkaanse jongeren in het nieuws die verantwoordelijk was voor het in elkaar slaan van een bewoner van de Schalkwijk. De man had opmerkingen gemaakt over het gedrag van de groep. Sindsdien wordt hij zodanig bedreigd dat hij wil verhuizen. Ter ondersteuning van de urgentieverklaring die hij daarbij nodig heeft, verklaarde de politie dat de man en zijn gezin zich in een levensbedreigende situatie bevinden.

Den Haag kampt niet met buurten of wijken die systematisch geterroriseerd worden door groepen (allochtone) jongeren. Wel is er een aantal plekken in de stad waar overlast is, zowel door Marokkaanse als Antilliaanse jongens.

Burgemeester Deetman vaardigde het afgelopen jaar op diverse plaatsen een alcoholverbod uit. De overlast nam in de meeste gevallen af. Elders is besloten de politie vaker te laten surveilleren en sinds twee jaar bestaat er een coachingsproject voor Marokkaanse jongeren die dreigen af te glijden.

R. Anderiesse van het Rotterdamse gemeentelijk programmabureau Veilig verklaarde dat de situatie in zijn stad niet zo ernstig is als in Amsterdam. „We hebben geen grote groepen die rellen veroorzaken. De problemen zijn meer verspreid over de stad.”

Rotterdam maakt zich wel zorgen over de Marokkaanse jongeren in het Oude Noorden. De meest gehoorde klachten zijn handel in drugs, straatroof en rondhangen. Ook in de eens zo statige Lusthofstraat in Kralingen klagen de bewoners over dealende en stelende Marokkanen.

In het Oude Noorden werken politie en justitie nauw samen met gemeentelijke diensten om Marokkaanse jongeren op het rechte pad te houden. De nadruk ligt op problemen achter de voordeur. De verregaande samenwerking tussen instanties lijkt effect te sorteren.

In Rotterdam-Zuid veroorzaken Antilliaanse jongeren geregeld overlast. Lokale bestuurders signaleren ook een nieuwe probleemgroep: Afrikanen. Deelgemeente Feijenoord pakte onlangs de qathuizen aan, waar veel Somaliërs rondhangen. Elders wonen Ethiopiërs, Ghanezen en Nigerianen in illegale pensions, die zich „met een eigen economie staande proberen te houden”, signaleert deelraadsvoorzitter D. Lockhorst van Charlois.

Ondertussen blijkt dat de strenge aanpak van Marokkaanse probleemjongeren in Gouda werkt. Dat stelt districtchef J. van Hoorn, van de politieregio Gouwe IJssel. Volgens hem is er een zichtbare verbetering ten opzichte van een paar jaar geleden. Een van de grootste knelpunten vormen nog auto-inbraken, veelal gepleegd door een harde kern.

Gouda kent een relatief grote Marokkaanse gemeenschap van ongeveer 5700 van de 72.000 inwoners. Marokkaanse jongeren teisterden jarenlang de stad met criminele activiteiten, zoals vernielingen, straatroof, geluidsoverlast en auto-inbraken. Ongeveer anderhalf jaar geleden sloten gemeente, politie, welzijnswerk en Marokkaanse organisaties een overeenkomst om de vergrijpen aan te pakken. Volgens Van Hoorn loopt de samenwerking sinds driekwart jaar goed.

De partijen bespreken regelmatig problemen en overlastplaatsen. Er wordt meteen gekeken naar een adequate aanpak. „We proberen bijvoorbeeld in contact te komen met de jongeren en stellen onze grenzen. Welzijnswerkers doen hun best overlastveroorzakers naar buurthuizen te krijgen”, aldus Van Hoorn. Ook dragen de zogenoemde buurtvaders bij aan de bestrijding van criminaliteit door Marokkaanse jongeren, evenals speciale burgerkrachten die in het centrum een oogje in het zeil houden. Volgens Van Hoorn is de aanpak nu meer op maat gesneden. „Na verloop van tijd zie je dat vooral de hardnekkige en venijnige problemen afnemen en dat de situatie beheersbaar wordt.”

Dat wil niet zeggen dat er nooit meer iets aan de hand is in Gouda, nuanceert hij. „Ik realiseer me dat als er naast je iets gebeurt, je deze beleving niet deelt.” Vooral de auto-inbrekers vormen een probleem in de stad. „Het gaat om een kleine harde kern van enkele tientallen jongeren en we kennen een paar honderd die wel eens wat uithalen. We weten nog niet hoe we bepaalde figuren op het rechte spoor moeten krijgen.”

De Marokkaanse teamchef K. El Yattioui, die in mei in dienst kwam bij de politie Hollands Midden, heeft volgens Van Hoorn nog niet gezorgd voor belangrijke veranderingen in de aanpak van Marokkanen. M. Knaapen, hoofd van de dienst juridische zaken en veiligheid van de gemeente, stelt dat de problemen zijn verminderd. De rigoureuze aanpak is repressief, maar vooral ook preventief, stelt Knaapen. „Nu alle neuzen dezelfde kant opstaan, zie je na anderhalf jaar effect.”

Volgens Knaapen gaat het in Gouda om vier kernproblemen; overlast, geweld, woninginbraken en autocriminaliteit. De eerste twee kregen prioriteit en momenteel richt de gemeente zich meer op woninginbraak. De criminaliteit met auto’s is nog niet echt aangepakt, aldus Knaapen. „Dat komt vanaf nu hoog op de agenda.”

Zowel Van Hoorn als Knaapen denken dat de situatie in Gouda niet te vergelijken is met die in Amsterdam. „Amsterdam is natuurlijk veel groter en de ernst en hoeveelheid van de problemen ook, althans zo maak ik op uit de media”, meent Van Hoorn. Ook Knaapen denkt dat. „Hoewel we in Gouda in het verleden ook veel harde criminaliteit hadden, is de situatie niet te vergelijken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer