Natuur hindert rattenbestrijders
De 380 muskusrattenvangers in Nederland hebben in toenemende mate last van natuurontwikkeling langs de oevers van rivieren en sloten.
De wilde begroeiing is een ideaal leefgebied voor muskus- en beverratten, maar de rattenvangers kunnen de dieren steeds moeilijker bereiken. Nederland trekt dan ook steeds meer ratten aan.
Dat zegt landelijk coördinator muskusrattenbestrijding drs. J. Gronouwe in het tijdschrift De Water, een uitgave van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Gronouwe wil dat de rattenbestrijding een vaste plek en een budget krijgt in natuurontwikkelingsprojecten. Ook pleit hij voor overleg tussen waterbeheerders en rattenvangers.
Het aantal gevangen muskus- en beverratten, ook wel waterkonijnen genoemd, neemt de laatste jaren snel toe. Dat is volgens Gronouwe niet gunstig, want het wijst er op dat de populatie sinds 1999 groeit in plaats van afneemt. Gedeeltelijk komt dat ook door de mkz, vogelpest en andere landbouwcrises, toen gebieden waar veel ratten voorkomen langdurig afgesloten zijn voor bestrijders. De waterkonijnen hebben zich toen ongehinderd kunnen voortplanten. Gronouwe denkt dat het nog jaren zal duren voor die achterstand in de bestrijding is ingelopen.
Muskus- en beverratten veroorzaken grote schade aan dijken en oevers. Ze graven gangen van 5 tot 6 meter diep in de dijk. Die gangen kunnen tot wel 15 meter omhoog gaan. Als er flinke stroming in de rivier is, kan een ondergraven dijk makkelijk afkalven en in het ergste geval doorbreken of wegschuiven.