Wall Street zakt toch weer weg
NEW YORK (ANP). De aandelenbeurzen in New York sloten maandag gemiddeld met een verlies van 1 procent, terwijl de verliezen een uur voor het slot deels werden ingelopen. De opleving volgde op de opmerking van president Richard Fisher van de Federal Reserve Bank of Dallas dat beleggers niet overdreven moeten reageren op het voornemen van de Federal Reserve om het steunprogramma af te bouwen. Zorgen over China kregen echter toch weer de overhand.
De Dow-Jonesindex daalde 0,9 procent tot 14.659,56 punten. De S&P 500-index verloor 1,2 procent tot 1573,09 punten en de Nasdaq moest 1,1 procent terug tot 3320,76 punten.
Fisher schaarde zich achter de aankondiging van Fed-president Ben Bernanke dat het programma kan worden afgebouwd als de economische situatie in de VS blijft verbeteren. Fisher had lange tijd juist de felste kritiek op de ongekende steunmaatregelen van de centrale bank.
De beleidsmakers van de Fed verhoogden vorige week hun groeiprognose voor de Amerikaanse economie in 2014 naar 3 tot 3,5 procent en verlaagden de raming voor de werkloosheid naar 6,5 procent van de beroepsbevolking. Bernanke zei eerder al dat de omvang van de steun omlaag kan als de werkloosheid teruggedrongen wordt tot onder 6,5 procent en de inflatie tot minder dan 2,5 procent.
De Chinese centrale bank stelde maandag dat er voldoende liquiditeit is in het financiële systeem en dat de risico’s van verdere uitbreiding daarvan moeten worden beperkt. Beleggers wereldwijd schrokken van de verklaring en vreesden voor een kredietcrisis in ’s werelds tweede economie. De beurs in Shanghai leverde ruim 5 procent in en in Europa sloten de graadmeters met verliezen tot 1,7 procent.
Banken en grondstofgerelateerde bedrijven maakten ook een deel van eerdere verliezen goed, maar zaten nog steeds in de hoek waar de zwaarste klappen vielen. Bank of America en Citigroup verloren tot 2,5 procent. Olieconcern Chevron leverde 1,5 procent in en fabrikant van onder meer mijnbouwapparatuur Caterpillar daalde 1,6 procent.
De euro was 1,3125 dollar waard in vergelijking met 1,3096 dollar bij het slot van de Europese beurzen. De prijs van Amerikaanse olie steeg 1,4 procent tot 94,97 dollar per vat. Brentolie werd 0,1 procent duurder op 101,03 dollar per vat.