Door de gezamenlijke aanpak de afgelopen jaren zal de oplichting op sites als Marktplaats afnemen. „Die worden steeds vaker gebruikt als advertentieplatform, waarna een koper wordt weggelokt naar de site van een malafide webwinkel.”

In 2012 waren er 40.000 aangiftes van internetoplichting. Gemiddeld werd daarbij 196 euro schade geleden. Dat kwam neer op een totale schade van ongeveer van 7,8 miljoen euro. Dat is waarschijnlijk een deel van de werkelijke schade. Volgens Van der Putte tekent zich steeds een patroon af. „Achter elke 20 aangiften zitten zo’n 40 tot 60 bijschrijvingen. Je mag het niet helemaal één op één overnemen, maar als vuistregel, als schatting, kun je dus zeggen dat er in een derde tot de helft van het aantal fraudegevallen aangifte wordt gedaan.”

Het daadwerkelijk aantal fraude-incidenten ligt waarschijnlijk op 80.000 tot 120.000. Dat laatste getal zou overigens nog altijd veel minder dan 1 procent van het totale aantal handelstransacties op internet bedragen. De grote frustratie van slachtoffers is dat zij meestal kunnen fluiten naar hun geld. „De bank heeft netjes de betalingsopdracht uitgevoerd die zij dan hebben gewild. Dan zeggen de banken niets te kunnen doen.”

Volgens Van der Putte is de aanpak van internetoplichting de afgelopen jaren sterk verbeterd. Vroeger kwamen aangiftes terecht op de wijkbureaus, maar ontbrak het overzicht om landelijke verbanden te zien. Dat zou zijn veranderd sinds de komst van het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting. Daar worden aangiftes geclusterd. „Dat is bijvoorbeeld het geval als bij meerdere aangiftes sprake is van hetzelfde telefoonnummer of bankrekeningnummer.”