Vraagtekens bij reisbeleid Tweede Kamer
DEN HAAG (ANP). Het reisbeleid van de Tweede Kamer lijkt wel wat logischer te kunnen, viel maandag op te maken tijdens een debat over het reilen en zeilen van het Kamerbedrijf zelf.
Zo vindt Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren het een malle regel dat reizen verder dan 500 kilometer niet met de trein worden gemaakt, maar met het vliegtuig. Ze kwam met een voorstel om daar 750 kilometer van te maken („Naar Berlijn ga je met de trein”) , maar volgens Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg is de trein bij lange na niet altijd goedkoper dan het vliegtuig. Ook is de afstand niet altijd bepalend: Luxemburg is heel lastig te bereiken per spoor.
Madeleine van Toorenburg van het CDA klaagde dat een reis naar de Verenigde Staten niet doorging omdat de eerste klas te duur was en de economy class niet mocht in verband met bepaalde rechten van ambtenaren. Terwijl de Kamerleden best tussen de toeristen hadden willen zitten.
Dat kan dus ook anders, vindt ze. Van Toorenburg vindt het ook belachelijk dat er bij de reizen die wel worden gemaakt en die over het algemeen heel goed verzorgd zijn, ook nog eens een dagvergoeding van 123 euro aan de reiziger wordt verstrekt. Daar moet de hele Kamer maar eens van afzien, vindt ze. Een dikke meerderheid in de Kamer is het met haar eens. „We winnen er de oorlog niet mee, maar als het kan moet je snijden in eigen vlees”, vindt Van Toorenburg over de afschaffing van de vergoeding.
De Tweede Kamer praat maandag de hele dag over het eigen functioneren.