Tot de erkende monumenten behoren de Boboli-tuinen (Giardino di Boboli) achter Palazzo Pitti in Florence. Die werd in de 16e eeuw aangelegd voor Cosimo I de’ Medici, bijgenaamd de Grote, de eerste groothertog van Toscane.

De Medici waren eeuwenlang een van de machtigste families van Florence. Zij drukten hun stempel op de stad en op Toscane met hun liefde voor de kunst van de renaissance en de villa’s die zij op hun grote landgoederen lieten bouwen. In de Villa in Castello, die zondag eveneens op de Werelderfgoedlijst kwam, schilderde Sandro Botticelli zijn wereldberoemde Primavera (Lente).

Italië excelleert al meer dan 2000 jaar in kunst en architectuur. Het land is dan ook koploper met meer dan 49 vermeldingen op de Werelderfgoedlijst, gevolgd door China met 45.