Binnenland

„Bouwwerk in Irak na halfjaar nog niet af”

Drie dagen lang is een kamerdelegatie op bezoek geweest bij de Nederlandse militairen die zijn uitgezonden naar de Iraakse provincie al-Muthanna. De parlementariërs keerden donderdag terug, met gemengde gevoelens.

Kees de Groot
31 October 2003 22:22Gewijzigd op 14 November 2020 00:41
KARIMI
KARIMI

Elf kamerleden van verschillende fracties, onder wie Huizinga-Heringa van de ChristenUnie en Karimi van GroenLinks, arriveerden afgelopen dinsdag op de luchthaven van Basra in het zuiden van Irak. Het doel van hun reis was drieledig, aldus CDA’er De Haan, voorzitter van de vaste kamercommissie voor buitenlandse zaken. De parlementariërs wilden belangstelling tonen voor de 1100 Nederlandse militairen die in Irak deelnemen aan de stabilisatiemacht SFIR. Verder trachtten ze te achterhalen hoe de veiligheidssituatie in de provincie al-Muthanna is en of de geweldsinstructies aan de daar gestationeerde mariniers nog altijd voldoen. Dat is van belang omdat de Kamer half november moet instemmen met eventuele verlenging van de missie.

ChristenUnie-kamerlid Huizinga reisde met haar collega’s mee. Het klimaat in Irak was „lekker”, zegt ze na terugkomst. „Met de warmte viel het wel mee. Op woensdag vond ik het zelfs een beetje frisjes. Het is alleen ongelooflijk stoffig.” Het kamerlid wilde met haar bezoek „waardering voor de militairen uitdrukken” en zien „hoe het daar in de praktijk gaat. Als je besluit tot uitzending, vraag je veel van de soldaten. De missie is niet zonder risico’s.” Uit gesprekken met mariniers ter plaatse bleek haar dat die tevreden zijn over de geweldsinstructies. „Ze proberen de kleine criminaliteit in de hand te houden en de voorschriften zijn daarvoor toereikend.”

De korte, driedaagse reis is volgens haar niet voldoende om een afgewogen oordeel te kunnen vellen over verlenging van de missie. Huizinga wil ook de evaluatie van de missie afwachten en is benieuwd naar de brief van het kabinet waarin de regering onderbouwd aangeeft of en waarom verlenging in haar ogen nodig is.

Het is Huizinga wel duidelijk geworden dat „het bouwwerk in Irak na zes maanden uitzending nog niet af is.” Haar fractie zegt daarom „zeker niet op voorhand” dat het zo wel mooi is geweest in al-Muthanna. Het kamerlid wil echter niet bevestigen dat haar partij zal instemmen met de verlenging van de missie.

Voor het zover is, wil Huizinga in ieder geval weten of de uitzending nuttig is. Tijdens haar bezoek aan Irak vond ze daarvan al wel enkele bevestigende voorbeelden. De militairen helpen de Irakezen waar ze maar kunnen. „Ze zorgen onder andere voor schoolboeken en besteden veel tijd aan het op orde houden van de aanvoer van energie en brandstof.” De mensen in Irak zijn daar „verschrikkelijk blij mee.” Reisgenoot en GroenLinks-kamerlid Karimi heeft dezelfde ervaring. „De Irakezen hebben veel waardering voor de Nederlandse militairen, omdat ze op een verstandige manier met de bevolking omgaan.”

Verder moet voor Huizinga ook vaststaan dat de risico’s voor de uit te zenden militairen nog steeds verantwoord zijn. Al-Muthanna staat te boek als een rustige provincie. Het kamerlid, dat wel een scherfwerend vest moest dragen in Irak, heeft niets gemerkt van oplopende spanning, zelfs niet na de aanslagen van afgelopen maandag in Bagdad. Ook de militairen „hebben sterk de overtuiging dat dit een ander gebied is dan Bagdad.” De mariniers houden er wel rekening mee dat ze doelwit kunnen zijn van aanslagen, maar leven „niet onder enorm hoge druk.”

Karimi meent daarentegen dat de situatie in Irak „steeds meer verslechtert. Dat heeft zijn weerslag op de militairen in al-Muthanna. De Nederlanders hebben geen invloed op het beleid van de Amerikaanse en Britse bestuurders, maar merken wel de negatieve gevolgen daarvan.”

Daarnaast heeft de Iraakse bevolking volgens Karimi geen oog voor de „kunstmatige scheiding” tussen de Nederlandse mariniers en soldaten van de bezettende mogendheden. Als de Irakezen kwaad willen, zullen ze geen onderscheid maken tussen de Amerikanen en Britten enerzijds en de ’neutrale’ Nederlanders anderzijds. Daardoor lopen de mariniers meer risico bij vergeldingsacties tegen het bewind.

Juist deze twee zaken, die GroenLinks ervan weerhielden in te stemmen met de uitzending, zijn volgens Karimi de afgelopen maanden erger geworden. Een verlenging van de missie is daarom voor haar partij hoogstwaarschijnlijk niet aan de orde. Karimi wacht nog wel de brief van het kabinet af, maar een positief besluit zit er niet in. Daarvoor is eerst „een dramatische wijziging van de situatie ten goede” nodig.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer