Kerk & religie

Geen stenciltje vol taalfouten van de kerk

De lezingen op de zogenaamde Pijlerconferentie, vrijdag in Lelystad, gingen gepaard met zang, drama, film en muziek. Zoals een dienst voor buitenkerkelijken eruit hoort te zien, meent Janny Kops, die een lezing gaf over ”de ins en outs van een gastendienst”. „Buitenkerkelijken moeten begrijpen dat een kerk niet uit de tijd is. Soms gebruiken we liedjes uit de top-40.”

Kerkredactie
31 October 2003 21:04Gewijzigd op 14 November 2020 00:41

De tweedaagse conferentie, die vandaag wordt afgesloten, is georganiseerd door de Pijler, een evangelische gemeente in Lelystad en door Willow Creek Nederland. Hij wordt voor het eerst gehouden en bijt de spits af van een reeks bijeenkomsten in andere delen van het land.

Ds. G. Langhenkel, hoofdpredikant van de Pijler, verhaalt in zijn lezing de geschiedenis van de evangelische gemeente. Die groeide in 26 jaar tijd uit van 4 tot 1150 mensen die elke zondag de kerk bezoeken. „Ruim 700 buitenkerkelijken zijn tot geloof gekomen. Nu komen er per week twee tot bekering.” Vijf jaar geleden begon de predikant een proces van verbetering. „Kerk zijn naar Gods hart, noemen we dat, gebaseerd op drie belangrijke bijbelse hoofdlijnen.” Op de twee schermen wordt een schema geprojecteerd. Een cirkel laat vier processen zien. ”Breng ze binnen, bouw ze op, rust ze toe en zend ze uit.” Ds. Langhenkel noemde de twee kerngedachten van de Pijler. Dat zijn „de unieke plaats en mogelijkheden van de gemeente” en „het bereiken van zoekende mensen.” Ds. Langhenkel: „Dat komt niet zomaar uit de lucht vallen. God gebruikt ons daarvoor. Als een gemeente werkelijk bestaat uit toegewijde volgelingen, gaan er dingen gebeuren die wij niet voor mogelijk houden.”

De lezing van Kops, die voltijds werkzaam is in de gemeente, begint met drama. Vijf mensen beelden drie keer een preek uit. De slaapverwekkende preek, waarbij de voorganger languit op een kussen op de preekstoel in slaap valt. De donderpreek: de kerkgangers kruipen van angst onder hun stoel en zwaaien ten einde raad met een witte vlag. Als laatste de goedgevoelpreek. De voorganger en de kerkgangers hopsen al fluitend in een polonaise door de kerk. Kops biedt in haar lezing „handvatten die de dienst geschikter moeten maken voor buitenkerkelijken.” De Pijler heeft voor dat doel een brainstormteam, programmamakers en mensen voor onder meer zang, drama, multimedia, geluid, licht, het podium en decoratie.

Kops: „De preek is de kern van de dienst. Omdat Gods Woord in de meest directe vorm tot de mensen komt. Samen met onder meer zang en drama vormt de preek een eenheid. Wij willen voorwaarden scheppen zodat God mensen in het hart kan raken. Dat kan bijvoorbeeld door enthousiasme, schoonheid en humor.” Ze noemt vele elementen die in een gastendienst van belang zijn. „Het moet laagdrempelig en uitnodigend zijn, mensen moeten zich veilig en thuis voelen. De boodschap dient men boeiend en begrijpelijk te brengen. Verder moet God dichtbij kunnen komen door datgene wat we brengen.”

„Tot slot”, zegt Kops, „zijn we in alles afhankelijk van de Heilige Geest. Wij kunnen planten en begieten, maar God is Degene Die de wasdom geeft.” En: „We willen hier niet wat trucjes aandragen. De liefde van Christus dringt ons.”

Tijdens deze twee dagen verwacht de organisatie bijna 500 mensen. Volgens pr-medewerker Dorina Steenbergen zijn de conferenties bedoeld voor kerken die willen groeien. „De Pijler is in de afgelopen jaren erg hard gegroeid. Wij willen dat niet voor onszelf houden.”

De succesvolle gemeente lijkt maakbaar. Gebruik deze formule en er komen per week twee bekeerden bij.

Steenbergen: „Het bekeren is niet aan ons. Het hart wordt door God geraakt. We zijn instrumenten in Gods hand. In die wetenschap rusten wij mensen toe. Dat doen we door in te spelen op ontwikkelingen in de samenleving. Die is visueel ingesteld. Je moet dus als kerk niet aankomen met een stenciltje vol taalfouten. En sommige liedteksten moet je uitleggen. Of de liederen gewoon niet zingen. Het woord goedertierenheid is te moeilijk voor buitenkerkelijken, te bijbels. En welke jongere luistert er nou tegenwoordig nog naar orgelmuziek? Daar moet je niet mee aankomen. In plaats daarvan gebruiken wij soms muziek uit de top-40.”

Doen gemeenten die niet zo spectaculair groeien het volgens u verkeerd?

Steenbergen: „Gelovigen kunnen God in de weg staan. Ligt hun hart bij God of eigenlijk toch bij hun eigen wereld? Ik ontmoet wel eens warme mensen uit andere kerkelijke denominaties. Dan denk ik: Jammer, dat er maar zo weinig van die mensen in een kerk zijn. Als een hele gemeente er zo uitzag, zou het zeker anders zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer