De ware is een mythe
Dé ware, nee. Die bestaat niet. Dat besef relativeert, maakt het zoeken naar de speld in de hooiberg gemakkelijker, zegt Mirjam. De afgelopen tijd volgde ze een cursus voor singles in de Pelgrimvaderskerk in Rotterdam: over de zin en onzin van daten.
Dat de ware Jakob niet bestaat, zou een treurige boodschap kunnen zijn, maar het lucht juist op, zeggen Mirjam (37) en Elize (31). Want hoe zou je die ene persoon op aarde precies moeten vinden – stel dat jij in Rotterdam woont en hij in Canada? De perfecte partner opsporen is zwaar werk.
Ook een opluchting is het dat daten veel meer is dan een levenspartner vinden, zegt Elize. Daten gaat niet allereerst over trouwen, was de boodschap in de datingcursus in Rotterdam, waar vanaf april 51 singles aan deelnamen. „Een date is letterlijk vertaald: een datum. Het gaat over het afspreken van een datum waarop je met een andere persoon op deze planeet iets leuks gaat doen”, schrijft Aukelien van Abbema in ”Single in de kerk” (zie kader). Zij verzorgde vier van de zes lesavonden.
De gedachte dat die onbekende persoon met wie je afspreekt voor een drankje misschien de man of vrouw van je dromen is, kan behoorlijk belemmerend werken. Daar zijn de deelnemers van de cursus nu vast voorgoed vanaf. Zij leerden dat je afspraakjes maakt om allerlei mensen te leren kennen, om te zien wat je met elkaar kunt delen – en dat kan net zo goed iets zijn op het gebied van werk of kerk, hobby of sport.
Vlinders
Wees authentiek, dat is een ander advies dat Elize bijblijft. „Ik kan nogal fanatiek zijn, dat heb ik in mijn werk ook, dan draaf ik een beetje door. Vrienden zeiden tegen mij: Dan kunnen anderen je niet meer zien, dan ben je zelf niet meer zichtbaar. Ik had gehoord dat mannen niet zo van sterke, zelfverzekerde vrouwen houden, dus stelde ik me afwachtend op. Maar nu vraag ik gerust een man mee uit, want dat past bij mij.” Mirjam: „En dan vraag je niet letterlijk: Ga je met me uit, maar: Zullen we een terrasje pakken. Het moet luchtig en toch een beetje spannend.”
In Rotterdamse kerken zitten relatief veel singles. Reden voor de hervormde gemeente Delfshaven (Pelgrimvaderskerk) en Crossroads Rotterdam om samen deze cursus –die eerder in andere kerken werd gegeven, zoals in Amsterdam– aan te bieden. De opkomst was een verrassing, zeggen organisatoren Ron Becker (Crossroads) en ds. Martijn van Laar (Pelgrimvaderskerk): de cursus zat vol. Eerst schreven zo’n dertig vrouwen zich in, twintig mannen volgden later. Ds. Van Laar: „De focus ligt in kerkelijke gemeenten toch vaak bij gezinnen. Ik denk dat door dit initiatief het singlezijn verder bespreekbaar is gemaakt en ergens ook is gedetaboeïseerd.”
Dinsdagavond, op de laatste cursusavond, spraken twee getrouwde stellen over wel en wee in hun huwelijk. Ze reageerden op stellingen, ontzenuwden zo een aantal mythes.
Mythe 1: ”Toen ik je voor het eerst zag, wist ik: dit is de ware”. „Nee. Totaal niet”, zegt Evelyn van der Vlies (55) eerlijk. Ze is al 34 jaar getrouwd met Jaap (56). „Ik vond hem wel aardig, hij luisterde naar me. Toen vroeg hij –nu 36 jaar geleden– of ik op zijn verjaardag kwam, prima. Maar daar waren ook nog andere leuke jongens hoor.” Jaap, droog: „Ik was nummer 42.” Dan: „Ik dacht wel direct: Dit is een heel leuke dame. Eerst keek ik natuurlijk naar de buitenkant, daarna bleek ze ook nog lief en vriendelijk.” Later: „Maar ik geloof zeker dat levens elkaar kruisen.”
Bij Henk-Jan en Jessica Scholten (allebei 31) was het evenmin liefde op het eerste gezicht. Jessica droeg bij hun eerste ontmoeting „een heel wijde broek”, wat Henk-Jan niet mooi vond, en hijzelf arriveerde bezweet en een halfuur te laat omdat hij door een zandverstuiving was gefietst. Dit wordt ’m niet, dachten beiden. „Ergens is toch de vonk overgeslagen, maar dat heeft zeker een paar dagen geduurd.”
”Zonder chemie wordt het niks”, luidt de tweede stelling. Daar zijn de echtparen het mee eens. Chemie zien ze als een klik tussen twee mensen, die er volgens Jaap overigens ook kan zijn tussen vrienden of collega’s. „Chemie ontstaat als je samen wat gaat ondernemen, als je tijd maakt voor elkaar. Hoe drukker het leven wordt, hoe meer je daar je best voor moet doen.”
Vlinders in je buik, waar de derde stelling over gaat, betekenen niet per se dat je op de goede weg zit, volgens de ervaringsdeskundigen. Evelyn: „Ik heb een tijdje verkering gehad met een jongen bij wie ik volop vlinders had, maar het ging uit. Daarna vond ik andere dingen belangrijk – zoals betrouwbaarheid, en iemand die echt naar je luistert. Het duurde wel een jaar voor de vlinders er weer waren, en in die tijd hadden Jaap en ik al verkering.”
Mythe 4: ”Het is belangrijk om jouw type te vinden”. Evelyn, tegen Jaap: „Jij was helemaal mijn type niet. Ik wilde iemand met donker haar en zo.” Jaap: „Het wordt toch allemaal grijs.”
Bij Henk-Jan en Jessica gaat de stelling ook niet op. Jessica: „Hij luisterde naar housemuziek!” Henk-Jan: „Zij droeg kleding van Dr. Martens en gothicjurken! Maar dat oordeel werd al snel ingehaald door de werkelijkheid: dat ik haar leuk vond.” Dan: „Ik was me er erg van bewust dat je het nooit zeker weet, en dat je God keihard nodig hebt. Anders falen we. Falen doen we toch wel, maar Hij houdt ons bij elkaar.”
De vijfde mythe is ”Het gaat allemaal vanzelf”. Jaap: „We hadden nog geen computers en e-mail. Om contact te krijgen, moest ik bellen. Haar vader was gepensioneerd en zat zowat naast de telefoon, hij nam altijd op.”
Mannenstupiditeit
Nee, dus: het ging niet vanzelf en het gaat allemaal nog steeds niet vanzelf, is de conclusie van beide stellen. In ”Je hebt maar één kans” herkennen ze zich evenmin. Behalve Henk-Jan. „Ik dacht juist: Wauw, wat veel keus! Al dacht ik, voor ik Jessica ontmoette en een eerdere relatie juist voorbij was, nog wel: Laat maar. Maar ik wilde wel altijd graag opa worden.”
Na nog vijf mythes –zoals ”Hij zal wel veranderen” en ”Mijn leven begint pas echt als ik getrouwd ben”– praten de cursisten in groepjes na. Met elkaar daten mogen ze trouwens pas na deze avond, tijdens de cursus was dat verboden.
Wat de mannen zoal anders gaan doen, na deze datingcursus? Cursist Jacob: „Ik denk dat ik wat mannenstupiditeit heb afgeleerd, zoals: dingen vaag houden, geen duidelijkheid scheppen.” Een medecursist: „Eerst had ik een duidelijk plaatje in mijn hoofd, er was misschien één vrouw met wie ik zou kunnen trouwen. Nu zijn het er heel wat meer.”
„Mensen doen vaak of daten een mysterie is, en dat is gewoon niet zo. Er is heel veel over geschreven, je kunt allerlei praktische zaken leren, en op een gegeven moment snap je dat”, zegt Aukelien van Abbema, een van de initiatiefnemers van de cursus ”De zin en onzin van daten” en auteur van het boek ”Single in de kerk. De mythes en mogelijkheden” (Ark Media, 2012). „In de cursus leggen we daten naast de Bijbel – we toetsen het, zoals je je baan of andere activiteiten in het leven toetst aan Bijbelse principes.”
Ga slim daten, is de boodschap. Maak een plan van aanpak, en zorg dat je mensen om je heen hebt die meedenken, een team dat je steunt. Een van de opdrachten luidt: ontmoet vijf nieuwe mensen per week.
In haar boek schrijft Van Abbema dat het gros van de singles in Nederland „ergens diep vanbinnen behoorlijk ontevreden [is] met die ongehuwde staat.” Van de 2,3 miljoen singles zegt 98 procent op zoek te zijn naar een relatie. In christelijk Nederland klinkt een ander geluid: 91 procent geeft aan níét op zoek te zijn, maar verwacht „dat God een partner zal geven.” Van Abbema bestrijdt dat niet –een relatie met God staat bovenaan, de eerste les van de cursus is daaraan gewijd–, maar gaat tegelijk in op de verantwoordelijkheid van mensen zelf om iets te doen. Waar sta je ten opzichte van God, wie ben je zelf, wie ben je voor anderen, en hoe zit het met de liefde? In die volgorde gaan cursisten nadenken over het leven. Intussen wordt er afgerekend met een aantal mythes en smoesjes.
Opvallend is dat de singles in verschillende soorten kerken en diverse plaatsen in het land niet zo gek veel van elkaar verschillen, zegt Van Abbema. „Evangelischen zeggen wellicht: God zal mij een partner geven, en reformatorische christenen: Er zitten geen mannen in mijn kerk, maar dat zijn volgens mij uitspraken waar mensen zich achter verschuilen.”
Jezelf groot houden, vooral alle schijn vermijden dat je zielig bent, daar zijn singles goed in. Maar als je doorvraagt, blijkt er best wat pijn te zitten in levens van mensen die alleen in hun huizen leven, weet Van Abbema, die psycholoog is, zelf single was toen ze haar boek schreef en allerlei boeken las over het onderwerp. „Singles denken snel: Ik doe kennelijk iets heel erg fout. Dat is een gedachte waar je wat mee moet doen. Ga eens daten met jezelf: in hoeverre ben je zelf de ware? En hoe klem zet je jezelf met de gedachte van hoe je partner zou moeten zijn? Als ik besluit: ik wil een roze jurk met groene bloemen, dan is de kans klein dat ik precies die jurk vind als ik ga winkelen. ”Ik wil een jurk”, maakt het al veel makkelijker.
Een valkuil is om te daten via de omgekeerdetrechtermethode, wat vaak gebeurt. Denk aan de trechter waarbij je door het smalle gedeelte inhoud probeert te gieten. Je selecteert zorgvuldig iemand, gaat met hem of haar uit, en daarna stop je met kritisch denken. Het is wijs om in het begin, als je iemand nog niet kent, niet te kritisch te kijken, maar zodra de relatie serieuzer wordt wél.”
Over internetdating geeft Van Abbema ook tips in de cursus. „Maak het niet te moeilijk. Spreek na drie mailtjes af om elkaar te ontmoeten: ga niet drie maanden corresponderen. Zeventig tot negentig procent van de communicatie bestaat uit non-verbale signalen. Je moet zien hoe een persoon zich in een restaurant gedraagt, bijvoorbeeld. Ik weet nog dat ik een keer afsprak met een jongen die heel gemeen deed tegen de ober. Hij werd het dus niet!”
Bij de datingcursus ”De zin en onzin van daten” wordt het boek ”Weet hoe je date” (Inside Out Publishers, 2011) van de Amerikaanse psycholoog Henry Cloud gebruikt. Op de stoel blijven zitten is er niet bij, wat Cloud betreft. Voor alleengaanden die denken dat er geen geschikte huwelijkskandidaten meer op de wereld zijn adviseert hij onder andere:
Bezoek kerken.
Vraag vrienden eens om je aan anderen voor te stellen.
Ga naar allerlei bijeenkomsten en feestjes.
Houd kranten en internet in de gaten.
Volg een cursus.
Alle smoezen die op dit punt zijn bedacht, staan ook in het boek, plus tips en waarschuwingen voor wie inderdaad gaat internetdaten bijvoorbeeld.