Politiek

Lot van gevluchte Syrische vrouwen grijpt CU-Kamerlid Schouten aan

DEN HAAG. „Heel aangrijpend” vond ChristenUnie-Kamerlid Schouten de confrontatie met naar Jordanië gevluchte Syrische vrouwen. „Wat leven wij in een ongelooflijke weelde. En wat is vrede toch een groot goed.”

Kees de Groot
20 June 2013 16:22Gewijzigd op 15 November 2020 04:17
„Heel aangrijpend” vond ChristenUnie-Kamerlid Schouten de confrontatie met naar Jordanië gevluchte Syrische vrouwen. „Wat leven wij in een ongelooflijke weelde. En wat is vrede toch een groot goed.”  Beeld Carola Schouten
„Heel aangrijpend” vond ChristenUnie-Kamerlid Schouten de confrontatie met naar Jordanië gevluchte Syrische vrouwen. „Wat leven wij in een ongelooflijke weelde. En wat is vrede toch een groot goed.” Beeld Carola Schouten

Schouten was van dinsdag tot en met donderdag op uitnodiging van hulporganisatie ZOA in Jordanië. ZOA wilde aan Nederlandse vrouwen iets laten zien van werk dat de organisatie er doet.

Het land kraakt onder de vluchtelingenstroom uit Syrië, die is opgelopen tot duizend nieuwkomers per dag. „Er ontstaan spanningen omdat de huren voor woonruimte omhoog gaan. De waterverdeling wordt moeilijker, medicijnen worden schaarser en scholen zijn overvol.”

Vluchtelingen ondervinden bij hun registratie al grote problemen. „Ik sprak een vrouw die een maand geleden is gearriveerd, maar die zich pas op 1 januari volgend jaar bij de VN kan melden.” Niet-geregistreerde asielzoekers hebben geen recht op noodhulp. ZOA probeert die nijpende situatie te lenigen door de mensen in tussentijd bij te staan. Niet alleen met voedsel, maar ook met geestelijke bijstand, zoals traumaverwerking.

Dat laatste is hard nodig, maakte Schouten op uit de „aangrijpende verhalen” die ze van vrouwelijke vluchtelingen hoorde. „Ze vertelden me wat er met hun mannen is gebeurd. Die strijden in Syrië, zijn vermist of vermoord. Sommigen van hen hebben lang gewacht voordat ze op de vlucht sloegen. Ze zijn alsnog uit Syrië vertrokken omdat nu ook hun kinderen met de dood worden bedreigd of worden vermoord.”

Hun verdriet, „hun wanhoopsverdriet”, raakte Schouten „enorm.” Gezegend voelt ze zich, „omdat ik die gruwelen niet hoef mee te maken. Wat leven wij in een ongelooflijke weelde, En wat is vrede toch een groot goed.”

Schouten voelde zich ook wel machteloos, zegt ze. „In Nederland is het voor weduwen met kleine kinderen al niet makkelijk, laat staan voor de Syrische vrouwen. Ze hebben bijna niets en kunnen hier ook niet werken. Hun vooruitzichten zijn niet goed. Hoe kun je hun situatie nog ten goede keren en ervoor zorgen dat ze in de toekomst de draad weer kunnen oppakken?”

Bijzonder vond Schouten het dat vrijwel alle vrouwen toch terug willen naar het land waar ze woonden. „Velen blijven hopen dat dat kan, al ziet ook een deel niet in hoe dat ooit moet.”

Dat christelijke vrouwen in Jordanië, gemotiveerd door hun geloof, zich voor hun Syrische naasten inzetten, maakte op Schouten diepe indruk. „Ze doen dat omdat God ons vraagt onze naasten te helpen. Of dat nu ook christenen zijn, of islamieten.”

Zelf wil Schouten na terugkeer in Nederland ook haar steentje bijdragen. Bij het kabinet zal ze ervoor pleiten om financiële steun te verlenen aan organisaties als ZOA, die ongeregistreerde vluchtelingen helpen. „Dat is cruciaal en daar is nu te weinig geld voor.”


Drie miljoen euro extra voor Syrische vluchtelingen

Nederland stelt drie miljoen euro extra beschikbaar voor de opvang van Syrische vluchtelingen.

Minister Timmermans van Buitenlandse Zaken kondigde dat gisteren aan tijdens een bezoek aan het Turkse vluchtelingenkamp Nizip aan de Turks-Syrische grens.

Van het bedrag gaat twee miljoen euro naar de opvang van Syrische vluchtelingen in de regio door VN-vluchtelingenorganisatie Unhcr. Eén miljoen gaat naar de opvang van vluchtelingen in Syrië zelf, georganiseerd door de Syrische Rode Halve Maan.

Voorzitter Femke Halsema van Stichting Vluchteling schreef vanmorgen in de Volkskrant dat hulporganisaties zich niet alleen moeten richten op hulp die „makkelijk uit te leggen en te fotograferen” is, zoals medische hulp of onderwijs. Ze zou het betreuren als „andere, even nodige, maar voor donateurs minder verleidelijke hulp niet meer wordt gegeven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer