Na 69 jaar alsnog berging wrak bommenwerper
ZELHEM (ANP). Een stuk aluminium met wat letters er op heeft jarenlang dienst gedaan als dakbedekking van een kippenhok. De boer had er geen idee van dat de plaat een deel was van de Engelse bommenwerper die in 1944 bij Zelhem neerstortte, ontplofte en een enorme krater veroorzaakte. Na 69 jaar wil de gemeente Bronckhorst de restanten van het toestel dit najaar alsnog bergen.
De Lancaster ED 470 kwam op 23 september 1944 terug van een vlucht naar het Dortmund- Emskanaal. Door een probleem was het niet gelukt de bommen af te werpen. De piloot vloog terug maar boven Winterswijk trof een Duitse nachtjager het toestel. Bemanningslid J.G. Miller sprong met een parachute uit het toestel en overleefde. De overige zeven, vijf Britten en twee Australiërs, niet.
Helemaal zeker of het gecrashte toestel deze bemanning had is er niet. Na het ongeluk werden enkele kleine stukjes menselijke resten in Zelhem begraven. Burgemeester Henk Aalderink van Bronckhorst hoopt nu dat bij de berging DNA-onderzoek helderheid brengt. „Het zou mooi zijn wanneer we dan op 4 mei volgend jaar, in overleg met de ambassades van Australië en Groot-Brittannië, hen eren en ze plechtig herbegraven.”
Brieven van achterkleinkinderen van de bemanning, die graag zekerheid wilden hebben over hun lot, gaven de aanzet voor de berging van het wrak. Een uitgebreid onderzoek van het ministerie van Defensie wees uit dat er nog een goede reden is om het wrak op te graven. Mogelijk liggen er op de plek waar het toestel neerkwam nog niet ontplofte explosieven.
Het is een van de tientallen toestellen die boven de Achterhoek zijn gecrasht, zegt Aalderink. „Naar de luchtoorlog boven de Achterhoek is nog weinig onderzoek gedaan. We willen hiermee ook het verhaal vertellen van jongens van 16, 17 jaar, die uit Australië en Engeland kwamen om hier te vechten voor onze vrijheid.” Werkgroepen zijn bezig om die periode in kaart te brengen. Onder meer wordt gewerkt aan een leskist voor het onderwijs.
De berging moet 1 oktober beginnen. Het rijk betaalt 70 procent van de 400.000 euro die het totale project kost. Als Provinciale Staten komende week instemt met het verzoek om 50.000 euro te subsidiëren is de financiering rond.