EU-partij slaat alarm over vrijheid christenen
AMERSFOORT. De European Christian Polical Movement (EPCM) slaat alarm over de afnemende vrijheid om een traditionele visie op het huwelijk uit te dragen. Deze Europese politieke partij –waartoe ook ChristenUnie en SGP behoren– verwijst naar recente voorbeelden van discriminatie en daadwerkelijk geweld tegen christenen.
In een verklaring die de partij woensdag liet uitgaan roept de ECPM de EU-lidstaten op de fundamentele vrijheden van geweten, geloof en meningsuiting te beschermen tegen de „groeiende trend van opgedrongen ideologie.”
De christelijke partij is bezorgd over de „ongekende golf” van incidenten en wetgeving in Europa die de grondrechten bedreigt. Volgens de verklaring komt dit neer op een regelrechte schending van het EU-Handvest voor Grondrechten.
De ECPM verwijst naar het recente protest tegen de invoering van het homohuwelijk in Frankrijk. Tegen de demonstranten zou „herhaaldelijk nodeloos geweld” zijn gebruikt. De politie zou bijvoorbeeld rond de 300 vreedzame protesteerders hebben gearresteerd en 24 uur zonder aanklacht vastgehouden. Tot deze groep zouden naast tieners ook bejaarden, zwangere vrouwen en blinde mensen behoren.
Tijdens de protesten tegen het homohuwelijk zou volgens de EPCM-verklaring ook de leider van de Parti Chrétien-Démocrate (PCD), Christine Boutin, bewusteloos zijn geslagen. „De weigering van de Franse regering om dit geweld te stoppen geeft de indruk dat ze de politieke oppositie wil intimideren”, aldus de Europese christelijke partij.
Een ander voorbeeld is dat „gendertheorie” die de Franse regering nu via de verplichte seksuele voorlichting vanaf zes jaar in het onderwijs heeft geïntroduceerd. Volgens deze theorie is er verschil tussen het biologische geslacht van een persoon en zijn of haar seksuele identiteit. Het onderwijzen van deze „onwetenschappelijke” theorie is volgens de ECPM „indoctrinatie”. Omdat dit vak ook verplicht is op kerkelijke scholen is dit volgens de partij tevens een schending van het Europese recht op onderwijsvrijheid.
Een ander voorbeeld komt uit Kroatië. Actievoerders die daar handtekeningen verzamelden om het huwelijk in de grondwet te laten omschrijven als een relatie van een man en een vrouw kregen daar met fysiek geweld te maken. Daarbij werden „ontelbare getekende petities” verscheurd en het werk van de vrijwilligers onmogelijk gemaakt. De politie weigerde er werk van te maken.
In Groot-Brittannië werd de beweging Concern for Marriage geweigerd om ruimte van de Law Society te huren voor een conferentie, omdat Concern for Marriage zogenaamd een antihomo-organisatie zou zijn. De Law Society verwees daarbij naar gelijkheidswetgeving. „Dit lijkt erop dat het onwettig is om het niet eens te zijn met een voorstel van de regering om het huwelijk te veranderen. Het is duidelijk dat dit gevolg van ‘gelijkheids’-wetgeving een schending is van de democratie”, aldus de EPCM-verklaring.
De partij verwijst ook naar het Nederlandse wetsvoorstel om gewetensbezwaarde trouwambtenaren voortaan uit te sluiten. „Volgens de Raad van Staten leidt het tot discriminatie als iedereen met een religieuze achtergrond uit deze posities wordt geweerd.”
Volgens de ECPM zit er achter al deze incidenten en wetsvoorstellen een Europese trend dat iedereen die niet achter het homohuwelijk staat niet dezelfde wettelijke bescherming geniet als zijn politieke tegenstanders. Dat staat tegenover het fundamentele rechtsbeginsel dat „iedereen gelijk stelt” voor de wet. „Deze schendingen kunnen in de EU niet worden toegelaten.”
De ECPM roept ook op tot een vreedzaam debat. „Debat moet plaatsvinden vanuit wederzijds respect voor de menselijke waardigheid van alle mensen.”