Soberheid is uitgangspunt RD
Het RD vernedert mensen die terechtstaan wegens strafbare feiten, plaatst hen meedogenloos in de schijnwerpers, onderscheidt zich in zijn rechtbankjournalistiek niet van De Telegraaf en doet dat alles om haar lezers te behagen. Het is warempel geen lichte beschuldiging die de heer Van Kempen aan het adres van het RD lanceert.
Zijn grieven zijn ingegeven door een verslag in deze krant van een zedenzaak die kortgeleden diende voor de rechtbank in Dordrecht. Hij had ook enkele andere recente zaken kunnen noemen, zoals de berechting van een leraar in Middelburg of die van een SGP-functionaris in Haarlem. Die zaken hadden eveneens betrekking op mensen uit de RD-achterban en werden eveneens door deze krant verslagen.
Rechtsgevoel
Het is onontkoombaar om in deze reactie in te gaan op de vraag waarom de berechting van verdachten openbaar is. Dat werkt namelijk zeer verhelderend. In een publieksbrochure van het ministerie van Justitie wordt hierover gezegd: „Het is erg belangrijk dat de rechter zoveel mogelijk -er zijn enkele uitzonderingen- in het openbaar werkt, want het publiek moet zelf of door middel van de kranten te weten komen dat en hoe er recht wordt gedaan. Iedereen heeft er recht op te weten, dat het eerlijk toegaat. Wij hebben allen, wat wij noemen ons ’rechtsgevoel’ en wij willen weten, dat hieraan voldaan wordt. Wij willen ook kritiek kunnen hebben, wanneer wij dat nodig vinden. Daarom moeten wij kunnen weten wat er gebeurt. En daarom is het ook van belang, dat er in de kranten goede verslagen komen van wat er in de rechtszaal plaatsvindt.”
Verder wordt in deze brochure ook nog gewezen op een belangrijke functie van het strafrecht: preventie. Degene die strafbare feiten heeft begaan, wordt berecht. Dat is de boodschap. Wij dienen dat te weten en de krant is daarvoor een geschikt medium. Ook -en misschien wel: juist- een reformatorische krant. Wij weten immers maar al te goed hoe zwak en zondig de mens is en hoe nodig het is dat hem iedere keer een spiegel wordt voorgehouden.
Als dan het RD meent te moeten doen aan verslaggeving van rechtszaken, zou het niet te verdedigen zijn wanneer wel aandacht werd geschonken aan zaken die zich buiten de achterban afspelen en niet aan zaken binnen eigen kring. Wel de affaire-Dutroux in de krant, maar niet de zedenzaak op een reformatorische school. Dat kan niet, dat zou een misvormd beeld geven in de zin van: zulke dingen gebeuren niet bij ons. Terecht zou onze krant dan hypocrisie worden verweten. Lezers zouden zich dan op andere kranten moeten abonneren om hierover geïnformeerd te zijn.
Op één lijn
Heeft de wetgever dan niet bedacht dat openbaarheid in de rechtspraak ongezonde belangstelling kan oproepen? Immers, er komen zaken voor de rechter waarbij het nodig is iemands privéleven diep uit te spitten of waarbij, om iets anders te noemen, onzedelijk handelen uitvoerig wordt besproken. Moet dat allemaal in het openbaar worden behandeld?
Ongetwijfeld heeft de wetgever hierover nagedacht, maar hij heeft het zwaarst laten wegen wat het zwaarst is. Wel heeft hij erop gerekend dat vertegenwoordigers van de geschreven pers (radio en tv worden niet toegelaten in de rechtszaal) zich van hun verantwoordelijkheid bewust zijn bij het weergeven van het besprokene.
Dat die verantwoordelijkheid wordt beseft, blijkt uit het feit dat de media uit eigen beweging doorgaans alleen initialen van verdachten vermelden. Maar het is ook waar dat niet iedere verslaggever en niet ieder medium de gewenste zorgvuldigheid en kiesheid betrachten. Zo komt het voor dat feiten op een sensationele manier worden gebracht, details breed worden uitgemeten en gebeurtenissen uit hun context worden gelicht.
Onze krant probeert hierin een eigen lijn te volgen door de feiten, zeker in zedenzaken, uiterst sober en terughoudend weer te geven. Niemand zal willen betwisten dat dat ook in de Dordtse zaak is gebeurd, ook Van Kempen niet. Wel verwijt hij het RD het gebeuren opnieuw te hebben opgehaald, maar daarvoor heeft hij weinig grond onder de voeten, omdat onze krant op enkele regels na niet eerder over deze zaak had bericht. We zullen maar onbesproken laten hoe andere kranten dat deden - kranten waarmee het RD thans geheel ten onrechte op één lijn wordt gezet. Dat doet pas echt pijn.
Lering
Soberheid bij het weergeven van feiten dan wel beschuldigingen is dus het uitgangspunt. Dat wil niet zeggen dat allerlei (bijkomende) omstandigheden onvermeld mogen blijven. Neem bijvoorbeeld de kwestie van de ’hervonden herinneringen’ of de vraag of mensen met geheimplicht (artsen, therapeuten, predikanten) belastende verklaringen mogen afleggen. Voor de begripsvorming van de lezer kan het noodzakelijk zijn om conflicten hierover in rechtszalen tamelijk uitgebreid weer te geven.
Vaak kan uit de gebeurtenissen en de omstandigheden ook lering worden getrokken. De Dordtse zaak, waarop Van Kempen doelt, is hiervan wel een zeer sprekend voorbeeld. Al was het maar deze les dat wie meent te staan, toezie dat hij niet valle!
Is de door het RD gevolgde lijn dan helemaal niet voor verbetering vatbaar? Zeker wel. Het is steeds weer een wikken en wegen. Dat missers worden gemaakt, zullen we zeker niet ontkennen. Daarom is het goed om af en toe kritisch bevraagd te worden.
Maar bij dit alles moet één ding goed worden beseft: de boodschap mag niet worden verward met de boodschapper. Als Van Kempen zegt dat hij geschokt was, dan was hij zeker niet de enige. Ook wij waren dat. Maar kwam dat door de wijze waarop werd bericht of door de ernst van hetgeen zich had voorgedaan? We menen door het laatste.
De auteurs zijn respectievelijk hoofdredacteur en binnenlandredacteur van het Reformatorisch Dagblad.