Wycliffe probeert vertaaldiscussie af te ronden
Hoe moet het begrip ”Zoon van God” in islamitische culturen vertaald worden? Nadat een interne discussie bij Wycliffe Bijbelvertalers hierover op straat kwam te liggen, ontstond er onrust bij de achterban. De organisatie zoekt naar een uitweg, maar dat gaat niet probleemloos.
De onrust ontstaat in februari 2011, als het Amerikaanse evangelicale magazine Christianity Today schrijft over de vertaalprincipes van SIL, de uitvoeringsorganisatie van Wycliffe, rond begrippen zoals ”Zoon van God” en ”God de Vader”. Een interne discussie over de vertaling van Bijbelse begrippen in islamitische culturen komt daarmee onder de ogen van een breed publiek.
De vertaalproblematiek in islamitische culturen is ingewikkeld. Vooral het Zoonschap van Christus, en daarmee ook de Goddelijke drie-eenheid zijn moeilijk uit te leggen begrippen. In islamitische culturen wordt al snel gedacht dat God een seksuele relatie heeft gehad. Als dat beeld eenmaal is gevestigd, is het moeilijk dat idee te veranderen.
Wat het lastig maakt is bovendien dat menig Wycliffevertaler werkt in een omgeving waar christenen tweederangsburgers zijn of zelfs vervolgd worden. Binnen en buiten de organisatie wordt daarover al zo’n twintig jaar diepgaand nagedacht. Tegelijkertijd ontstaat de zogeheten ”Insider movement”. Deze zendingsbeweging probeert moslims te bereiken met het Evangelie, zonder dat deze onmiddellijk in problemen geraken. Een op deze groep gerichte vertaalwijze, de Muslim Idiom Translation (MIT), vindt vanaf de jaren 90 van de vorige eeuw binnen een aantal Wycliffeteams navolging.
Ongenoegen
Het is de Amerikaanse zendeling David Irvine die in april 2011 de MIT-vertaalmethode openlijk bekritiseert. Op internet doet hij verslag van een bezoek aan een islamitisch land. In de Bijbelvertalingen die hij daar tegenkomt, mist hij „essentiële elementen” uit de grondtekst. Begrippen als ”God de Vader” en ”God de Zoon” blijken zodanig te zijn overgezet dat Irvine ze niet meer herkent.
Een maand later doet het Amerikaanse World Magazine uit de doeken wat de ”Insider movement” inhoudt. In het artikel wordt een koppeling gelegd met het werk van Wycliffe. Als Wycliffe Bible Translators vervolgens het vermijden van het vertalen van ”Zoon van God” en ”God de Vader” uitlegt, neemt een deel van de achterban daarmee geen genoegen. Het beeld ontstaat dat kernbegrippen van de Bijbel worden aangepast om in islamitische culturen een betere ingang te krijgen. In de Verenigde Staten vermindert de giftenstroom naar Wycliffe. Bijna 15.000 mensen ondertekenen een petitie die ertoe oproept om „Vader en Zoon in de Bijbel te houden.”
Een conferentie van dertig vertalers die betrokken zijn bij de discussie, in augustus 2011 in Istanbul, moet een einde maken aan de onrust. SIL, de uitvoeringsorganisatie van Wycliffe, komt met een ”Statement of Best Practices”. Daarin staat dat begrippen zoals ”Zoon van God” bij voorkeur letterlijk overgezet moeten worden. „Maar de vertaalstandaarden laten ruimte voor een alternatieve mogelijkheid met een gelijkluidende betekenis als een letterlijke vertaling de verkeerde betekenis zou overdragen”, concludeert SIL.
Verschillen vergroot
In plaats van rust brengt deze verklaring onrust. Niet het minst omdat Bijbelvertalers zelf er alle kanten mee op kunnen – en ook gaan. De conferentie die juist iedereen op één lijn moest brengen, vergroot daarmee de verschillen.
In juni 2012 besluiten SIL en de Amerikaanse tak van Wycliffe advies te vragen aan de World Evangelical Alliance. Deze organisatie van Bijbelgetrouwe christenen formeert een team van twaalf deskundigen op theologisch, missiologisch, antropologisch en vertaalkundig gebied. In april 2013 komt het rapport van deze groep uit.
De WEA-nota geeft in vergelijking met het Istanbulstatement minder ruimte voor een vrije vertaling van ”Zoon van God”. De deskundigen komen met adviezen op taalkundig en organisatorisch gebied. Zo moet er een orgaan komen dat extra controles uitvoert op vertalingen voor islamitische culturen. Achter de schermen werken Wycliffe en SIL momenteel hard aan een praktische uitwerking van de aanbevelingen.
Critici in met name de Verenigde Staten zijn niet gerustgesteld over de uitwerking van het WEA-rapport. In sommige vertaalteams komt de onrust van een andere kant: zij vrezen te weinig mogelijkheden te krijgen voor alternatieve overzettingen, ook als er goede argumenten zijn om in bepaalde situaties niet helemaal letterlijk te vertalen.
„Het kan betekenen dat projecten stoppen”
De discussie was „een interne”, de uitstraling ervan „wereldwijd”, zegt directeur Bram van Grootheest van Wycliffe Bijbelvertalers Nederland.
In het kantoor van Wycliffe Bijbelvertalers Nederland in Driebergen weegt Van Grootheest zijn woorden als hij spreekt over vertaalprincipes. Van Grootheest staat aan het roer van de Nederlandse tak van de organisatie. Wycliffe heeft kantoren in zo’n veertig landen. Daarnaast is er een internationale koepelorganisatie. De 4000 vertaalmedewerkers zijn officieel in dienst bij SIL, de uitvoeringsorganisatie van Wycliffe.
Van Grootheest erkent dat er onder de 230 teams in islamitische landen niet eensluidend gedacht wordt over de problematiek. Zeven Bijbelvertaalprojecten zijn stilgelegd na de een conferentie in 2011 in Istanbul. Daar probeerden Wycliffevertalers nader tot elkaar te komen. Van Grootheest: „De bedoeling was dat er niet veel ruimte werd gelaten om termen als ”Zoon van God” en ”God de Vader” vrij te vertalen. Maar de formulering van het ”Statement of Best Practices”, dat na afloop verscheen, bleek ruimer te kunnen worden opgevat.”
Volgens Van Grootheest is de opzet van Wycliffe dat in vertalingen deze begrippen zo letterlijk mogelijk moeten worden overgezet. „Het WEA-rapport concludeert hetzelfde, maar zegt het nog iets scherper: de zo letterlijk mogelijke vertaling van deze termen wordt het uitgangspunt van het beleid.”
Waarom is er zo veel onrust ontstaan over de aanpak van Wycliffe? Volgens Van Grootheest is de discussie door beeldvorming in de Verenigde Staten in een verkeerd daglicht komen te staan. „Er wordt beweerd dat Wycliffe het Evangelie wil aanpassen om de moslims ter wille te zijn. Maar dat is nooit de kwestie geweest. Uitgangspunt is: hoe vertaal je de Bijbel zo goed mogelijk?”
Met de WEA-adviezen in de hand is Wycliffe nu bezig met het uitwerken van de toekomstige strategie voor Bijbelvertalingen in de islamitische context. Van Grootheest: „Het rapport geeft kaders, een denkrichting. In de nieuwe situatie is er eerder contact met controleteams en met externe meelezers.”
Dreigt een overreactie? Vertalers voelen zich wellicht te veel beperkt.
Van Grootheest: „Het blijft een lastig punt in hoeverre je van bovenaf iets kunt opleggen. Vertaalteams werken in een bijzondere context, in een niet-westerse cultuur. Wij zeggen nu: wil je onze steun houden, dan moet je werken zoals wij dat vragen.”
Is het gevolg dat het Bijbelvertaalwerk op bepaalde plaatsen stopt?
„Met vertalers die het niet eens zijn met het beleid zoeken we naar oplossingen. Maar het is mogelijk dat er projecten stoppen. Daarom is dit ook zo’n moeilijk thema. Overigens zijn er geen Nederlandse teams die momenteel in zo’n situatie verkeren.”
Het WEA-rapport geeft ook adviezen voor de aansturing van de Wycliffeorganisatie. Wat is volgens u de belangrijkste les uit deze discussie?
„We moeten meer oog hebben voor de omgeving waarin de vertaling wordt uitgebracht. Bij de bezinning daarop zijn te weinig theologen en missiologen betrokken. Dat moet anders, en zal in de toekomst ook anders gaan.”
Extra controle op vertalingen voor islamitische culturen
„Een teken van kracht”, noemt Bijbelvertaler Kees Jan van Linden de stap van Wycliffe Bijbelvertalers om een onafhankelijk advies te vragen over een gevoelige kwestie: de vertaling van ”Zoon van God” en ”God de Vader” in islamitische culturen.
Van Linden volgt de discussie over de vertaalprincipes al enkele jaren. Het thema raakt aan zijn eigen werk: het begeleiden van de overzetting van de Bijbel in het Mogofín, een stamtaal in het West-Afrikaanse Guinee. In dat land is de bevolking in meerderheid moslim. De vertaalkundige, die in dienst is van de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG), werkte van 2000 tot 2012 in Guinee. Tegenwoordig begeleidt hij het vertaalwerk in Guinee vanuit Nederland.
De Apeldoornse vertaler noemt het „moedig” van Wycliffe dat de organisatie zich onvoorwaardelijk heeft onderworpen aan de uitkomst van een onafhankelijk onderzoek. In april kwam de World Evangelical Alliance (WEA) op verzoek van Wycliffe met een onderzoek naar de ”Zoon van God”-discussie. Van Linden: „Het is een onafhankelijk rapport, van vooraanstaande theologen, antropologen en taalkundigen uit de hele wereld. De uitkomst is eenduidiger dan het Istanbulstatement uit 2011. Duidelijk is dat vertalers altijd zo dicht mogelijk bij de grondtekst moeten blijven. De winst van deze discussie is dat een onderliggend probleem naar boven is gekomen: Hoe ga je in zo’n grote, wereldwijde organisatie om met het nemen van beslissingen in vertaalteams.”
Van Linden herkent de dilemma’s rond het al dan niet letterlijk vertalen van Bijbelse begrippen. In het Mogofín bleken bepaalde woorden eenvoudigweg niet te bestaan. Op andere momenten waren begrippen zozeer verweven met de islam dat het ‘lenen’ ervan voor een Bijbelvertaling de boodschap van het Woord van God niet goed zou overbrengen.
Voor Van Linden speelde de vraag hoe hij moest omgaan met het vertalen van Bijbelse begrippen al meteen bij zijn aankomst in Guinee. „Op dat moment kies je in overleg met anderen welk Bijbelboek het eerst vertaald wordt. Het ligt voor de hand om te beginnen met een van de evangeliën uit het Nieuwe Testament. In een islamitische cultuur is het niet verstandig om te beginnen met Markus. Het eerste vers daarvan luidt: „Het begin des Evangelies van Jezus Christus, den Zoon van God”. Dan zit je meteen midden in de discussie hoe je dat vertaalt. Lukas daarentegen leidt de komst van Christus naar de aarde in op een manier die ook voor moslims begrijpelijk is.”
Eenmaal aan het werk kwam het moment dat ook Van Linden te maken kreeg met termen als ”Zoon van God” en ”God de Vader”. „In Handelingen en Lukas komt de term voor. Bijvoorbeeld Lukas 4:41: „Gij zijt de Christus, de Zone Gods.”” Van Linden kwam in gesprekken met oudsten in Guinee tot een werkbare manier van omgang hiermee. „Ik nam als voorbeeld de Koranschool in het dorp, waar veertig leerlingen bij een Koranleraar inwonen. Allen noemen hem ”baaba”, ”vader”. Dat betekent: je kunt een vader-kindrelatie hebben zonder daarbij te denken aan de biologische betekenis. Die uitleg was acceptabel.”
Toch is er een belangrijk verschil tussen het werken in West-Afrika en in het Midden-Oosten, aldus Van Linden. Behalve dat de veiligheidssituatie voor christenen in Guinee over het algemeen beter is dan in bijvoorbeeld Afghanistan, is ook de islam anders van aard. „Noem het volksislam, een vermenging van islam met elementen uit de traditionele godsdiensten.”
Wel heeft Van Linden vragen bij het te veel verpakken van de Bijbelse boodschap in een voor moslims aanvaardbaar jasje. „Dat is echter geen discussie over een historisch-kritische Bijbelvisie, maar een taalkundige, missiologische, theologische en exegetische kwestie.”
Anderzijds heeft hij ook zijn bedenkingen bij het voornemen van Wycliffe om een extra controle in te bouwen voor vertalingen die gericht zijn op islamitische culturen. „Je mag ervan uitgaan dat een vertaalconsulent z’n vak beheerst. Een extra controle kun je uitleggen als een motie van wantrouwen tegenover een vertaalconsulent.”
Hoe kan het volgens u dat het beeld is ontstaan dat Wycliffevertalers de Bijbel te veel aanpassen in de richting van moslims?
„Ik denk dat een aantal wat tendentieuze commentaren op internet daaraan heeft bijgedragen. Te snel is beweerd dat vertalers moderne theologische inzichten hebben laten doorklinken in hun vertalingen. Hoe je ook denkt over het al dan niet versluierend vertalen van begrippen die bij moslims gevoelig liggen: de Wycliffevertaalteams proberen als het ware in de huid van die mensen te kruipen. Ze willen de Bijbel op zo’n manier vertalen dat de betekenis van een tekst overkomt.”
Lees ook in Digibron:
Ophef over Bijbelvertalingen Wycliffe (Reformatorisch Dagblad, 04-02-2012)
Wycliffe Bijbelvertalers (Driestar educatief, 27-01-1988)
Wycliffe Bijbelvertalers: leder zijn eigen taal (Driestar educatief, 01-09-1982)