Machteloze en totaal uitgeputte brandweerlieden verloren woensdag een collega in de vlammenzee.

Sinds 21 oktober hebben ten minste tien bosbranden een verwoestend spoor getrokken door zuidelijk Californië. Van de Mexicaanse grens tot aan de grens van de gemeente Los Angeles is meer dan 250.000 hectare grond in de as gelegd. Een deel van de branden is aangestoken. De vlammen hebben zeker 2100 woningen verzwolgen en naderen zieke bossen in de bergen van de districten San Bernadino en, zuidelijker, San Diego. Deze bomen zijn een makkelijke prooi voor het vuur, waardoor de vuurzee een nog dramatischer omvang zou kunnen krijgen.

In de bergen van San Bernardino is de hete, droge Santa-Anawind, die het vuur sinds vorige week tot ongekende proporties heeft aangewakkerd, gaan liggen. In plaats daarvan waait er nu een bijna even harde wind vanaf de oceaan. Deze koele, vochtige wind jaagt de vlammen uit de canyons omhoog in de richting van geëvacueerde bergdorpen. „Het brandt op zo veel fronten, er is geen greep op te krijgen”, zei Chris Cade, een deskundige op het gebied van brandpreventie, terwijl hij naar een rookkolom keek die kilometers hoog in de met as gevulde lucht reikte. „Ik weet gewoon niet meer wat je eraan zou kunnen doen.”

De bluswerkzaamheden worden nog eens extra bemoeilijkt door de zogenaamde droge en draaiende winden in het gebied, die snel en onvoorspelbaar van richting wisselen.

President Bush heeft de staat tot rampgebied verklaard. „Zo ongeveer alles staat in brand”, zei brandweercommandant William Bagnell. De brandweer gaat de brandhaarden met een leger van 14.000 brandweerlieden en vrijwilligers te lijf, maar kan weinig uitrichten. Commandant Rich Hawkins van de bosbrandbestrijding heeft om nog eens 10.000 brandweerlieden gevraagd.

De materiële schade loopt tegen de 2 miljard dollar. Bijna 1600 huizen zijn afgebrand. Dit is een complete ramp, zei de vertrekkende Californische gouverneur, Gray Davis. „De uitgebrande dorpen roepen bij mij herinneringen op aan Vietnam.”

Een deel van de manschappen werd woensdag ingezet ter verdediging van het historische mijnstadje Julian, in het oosten van San Diego County, dat tegenwoordig populair is als weekendverblijf. Rond het plaatsje stonden ongeveer honderd brandweerauto’s paraat, maar wagens die probeerden dichterbij te komen moesten rechtsomkeert maken toen de vlammen over de snelweg sloegen. Andere brandweerteams moesten zich terugtrekken omdat door de wind aangevoerde gloeiende houtskool nieuwe branden teweegbracht.