Hogere pensioenpremie gereformeerde kerken
De ruim 850 gereformeerde kerken in Nederland gaan volgend jaar 5 procent meer pensioenpremie betalen. De verhoging moet de financiële zorgen van het pensioenfonds voor predikanten helpen verlichten. Dat heeft de gereformeerde synode vrijdag in Alphen aan den Rijn besloten.
De gebruikelijke trendmatige verhoging van het zogeheten emeritaatsquotum met 3 procent is niet voldoende, oordeelde de kerkvergadering. De kerken gaan in 2004 samen ruim 370.000 euro meer betalen dan dit jaar. Het gereformeerde Emeritaatsfonds verkeert net als andere pensioenfondsen in zwaar weer. Vooral verliezen op de aandelenmarkt hebben er voor gezorgd dat het fonds in 2002 24,5 miljoen euro tekort kwam. Een jaar eerder was het tekort nog hoger (31 miljoen).
Het gereformeerde Emeritaatsfonds gaat per 1 januari 2005, na de kerkfusie van hervormden, gereformeerden en lutheranen, op in het nieuwe, gezamenlijke pensioenfonds van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Het gereformeerde fonds staat er beduidend slechter voor dan de pensioenfondsen van de fusiepartners. De kapitaaldekkingsgraad, de verhouding tussen het totale vermogen en de pensioenverplichtingen, is vorig jaar verder gedaald tot ruim 106 procent. In 1999 bedroeg die nog bijna 140 procent.
Om tot het PKN–pensioenfonds te kunnen toetreden, moet het gereformeerde fonds volgens afspraak een kapitaaldekkingsgraad van 118 procent hebben. Om daaraan te voldoen, is 11 miljoen euro nodig, becijferde voorzitter dr. A. Vermaat van de deputaten (deskundigen) voor de emeritaatsvoorziening.
Behalve door verhoging van de pensioenpremie die de plaatselijke kerken moeten betalen, wil het Emeritaatsfonds de kapitaaldekkingsgraad opkrikken door net als in voorgaande jaren de pensioenen slechts gedeeltelijk aan te passen aan de inflatie en meer te gaan beleggen in obligaties in plaats van aandelen. Snijden in de pensioenvoorzieningen is volgens Vermaat nog niet aan de orde.