Productiewaarde land- en tuinbouw stijgt naar 26,5 miljard euro
DEN HAAG. Terwijl de Nederlandse economie als geheel krimpt, groeit de landbouw door. In 2012 produceerden boeren en tuinders samen voor 26,5 miljard euro aan voedsel, bloemen en planten. Dat is ruim 4 procent meer dan het jaar daarvoor.
Onderzoeksinstituut LEI meldt dat dinsdag in zijn jaarlijkse landbouweconomisch bericht. Daaruit blijkt ook dat de agrarische handel nog steeds in de lift zit.
Nederland voerde vorig jaar voor 76,2 miljard euro aan land- en tuinbouwproducten uit, een stijging van 4,4 procent vergeleken met 2011. Een groot deel daarvan betrof doorvoer van producten die eerst uit het buitenland zijn ingevoerd. De agrarische import steeg met 5,7 procent naar een waarde van 51,3 miljard euro.
Het LEI vergelijkt de landbouw met de Nederlandse economie als geheel. Terwijl het bruto binnenlands product vorig jaar met 0,9 procent kromp, pakte de bruto toegevoegde waarde van de land- en tuinbouw 7,9 procent hoger uit op 8,7 miljard euro. De land- en tuinbouw draagt ongeveer 10 procent bij aan de Nederlandse economie.
De inkomens van de boeren en tuinders lopen fors uiteen. Producten als aardappelen, uien, eieren en biggen brachten hogere prijzen op maar ook de kosten stegen. In de veehouderij lagen de voerprijzen fors hoger.
Het gemiddelde land- en tuinbouwbedrijf leverde vorig jaar 64.000 euro aan inkomen op, tegen ruim 41.000 in 2011. Op veel bedrijven werken één of meer gezinsleden mee. Als daar rekening mee wordt gehouden, lag het inkomen per gezinslid vorig jaar op 44.000 euro. Bij een op de vijf land- en tuinbouwbedrijven is het inkomen voor de ondernemer en zijn meewerkende gezinsleden negatief.
Het aantal agrarisch bedrijven is vorig jaar met ruim 2 procent afgenomen naar een kleine 69.000. Jongeren willen nog wel boer worden, maar alleen als het bedrijf groot genoeg is om er een inkomen uit te halen. Van de grote bedrijven heeft 80 procent een opvolger, van de kleine bedrijven slechts een kwart, aldus het LEI.