Economie

Afgedankte mobieltjes dienen nobel doel

De landelijke inzamelingsactie voor gebruikte mobiele telefoons loopt vrijdag af. Vrijdagmorgen stond de teller op 54.499 exemplaren. De zogenaamde ”blauwe zak”-campagne van winkelketen Tell Me is slechts een van de pogingen van ReCell om afgedankte mobieltjes niet in de afvalbak terecht te laten komen. Met recycling zijn bovendien nog andere nobele doelen gediend.

Willem H. Smith
31 October 2003 13:59Gewijzigd op 14 November 2020 00:41

Met zakken vol komen de mobieltjes dagelijks bij ReCell binnen. Tientallen opgestapelde kratten vullen eveneens de splinternieuwe loods op het industrieterrein Weg en Land in Bergschenhoek. Vijftien oproepkrachten, de meesten student, draaien ploegendiensten om de enorme hoeveelheid weg te werken. Ze nemen elk apparaatje ter hand en controleren of hergebruik nog tot de mogelijkheden behoort. Zo ja, dan worden die telefoons gesorteerd op merk en model, om later een grondiger inspectie te ondergaan.

Afgekeurde exemplaren belanden bij de Eindhovense afvalverwerker Mirec. Die vermaalt ze en weet op een milieuverantwoorde manier de kunststoffen en (edel)metalen te scheiden. Stichting Batterij (Stibat) ontfermt zich over de batterijen.

Eind vorig jaar wees de Consumentenbond producenten van mobiele telefoons op hun verantwoordelijkheid meer aan recycling te doen. ReCell is geen fabrikant, maar wel het eerste Nederlandse bedrijf dat een inzamelingsprogramma ontwikkelde. Het idee borrelde eind 2001 al bij Henny van Dort boven. Tijdens een zakenreis in de VS las hij een artikel over het hergebruiken van mobieltjes. „Ik dacht direct: Wat gebeurt er in ons land met die apparaatjes? Daar wilde ik het fijne van weten.”

Op dat moment hield hij zich bezig met de recycling van printercartridges, maar na uitgebreid marktonderzoek besloot Van Dort samen met Joke Voorkamp en Peter Paul Haverbeke zich op de inzameling van mobiele telefoontjes te storten. „Volgens voorzichtige schattingen van de telecommunicatiesector zwerven er in Nederland 5 miljoen oude, defecte en ongebruikte mobieltjes rond. Die liggen ergens in een kast of lade. Bovendien stagneert de aanvoer, vanwege de extreem lage houdbaarheidsdatum, niet. Vooral jongeren wisselen snel om over de nieuwste snufjes te kunnen beschikken.”

Ieder afgedankt telefoontje heeft nog een bepaalde waarde, maar hoe krijg je mensen zo ver van het, voor hen waardeloze, apparaatje afstand te doen? Het retoursysteem moest niet alleen eenvoudig en efficiënt zijn, maar daarnaast vertrouwd en aantrekkelijk om eraan mee te werken. En dus besloten de initiatiefnemers de inzameling aan een goed doel te koppelen. „Voor elk ingeleverd exemplaar doneren wij drieënhalve euro aan een ideële instelling.”

ReCell ging dit jaar van start. „Bruna was onze eerste partner. In hun zaken liggen plastic enveloppen, waarmee de klant ons gratis zijn ongebruikte mobieltje kan toesturen. De boekwinkelketen helpt met deze actie kinderen met de spierziekte van Duchenne.” Met een soortgelijke actie van Tell Me, uitbater van vijftig vroegere Primafoon-winkels, zijn volgens Van Dort bijna 5500 kinderen een jaar verzekerd van eten. „Deze campagne, waaraan ook TPG Post, Siemens en T-Mobile meewerken, steunt namelijk het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties.”

De inzamelaar probeert eveneens ondernemingen te interesseren voor de recycling van hun mobiele bedrijfstelefoons. „Door een nobel doel te steunen kunnen ze het sociale en milieubewuste imago van hun bedrijf meer gestalte geven. Zo helpt Aegon Habitat for Humanity en koos Unilever voor Benefits for Kids.”

ReCell hoopt dit jaar 200.000 mobieltjes in te zamelen. Om de bv op de lange termijn goed draaiende te kunnen houden is echter een groter aantal noodzakelijk. Van Dort: „Dat lukt als de inname net zo vanzelfsprekend wordt als dat van glas, kleding en papier.”

Een belangrijk deel van de omzet realiseert het bedrijf uit de verkoop van de nog bruikbare mobieltjes, die ReCell geheel volgens fabrieksnormen herprogrammeert. Op dit moment is ongeveer 30 procent, soms na een kleine reparatie, geschikt voor een tweede leven. Van Dort hoopt dat dit percentage in de toekomst hoger zal worden. „Hoe meer telefoontjes we elders in de wereld kunnen laten benutten, hoe beter. Gelukkig ontvangen we van de mobieletelefoonindustrie ook incourante modellen, die nog uitstekend werken.” In de loods staan pallets met dozen verzendklaar. De bestemming is Zuid-Amerika, Afrika en het Verre Oosten. „In landen waar we aan leveren krijgen mensen onze afgedankte mobieltjes voor een prijs die zij zich kunnen veroorloven. Ze hoeven daar niet het nieuwste mobieltje met een leuk deuntje of een kleurenscherm te hebben. Zwartwit is prima. Het apparaat is daar geen modeartikel, maar louter een communicatiemiddel. Zo’n telefoontje scheelt de nieuwe gebruiker soms een dag lopen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer