Tot twintig jaar geëist tegen Srebrenica-officier
Aanklager Peter McCloskey heeft donderdag voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag vijftien tot twintig jaar cel geëist tegen de voormalige Bosnisch-Servische officier Dragan Obrenovic (40).
Luitenant-kolonel Obrenovic was in mei, na Momir Nikolic, de tweede Bosnisch-Servische officier die schuld bekende inzake zijn rol bij de massamoorden na de val van Srebrenica in juli 1995. Tegen Nikolic had McCloskey maandag dezelfde straf geëist.
Obrenovic’ Amerikaanse advocaat David Wilson vroeg de rechters het te laten bij een celstraf van acht tot twaalf jaar.
In het gebied dat onder zijn verantwoordelijkheid viel, werden van 13 tot 15 juli 1995 duizenden moslimmannen en -jongens uit Srebrenica vermoord bij massaexecuties. Obrenovic moest van hogerhand medewerking verlenen aan de executies en durfde zich niet te verzetten omdat hij bang was, aldus Wilson.
In een emotioneel slotwoord beschreef Obrenovic hoe hij aan het begin van de oorlog in 1992 dacht dat „dit ons niet zou overkomen en de vijandelijkheden binnen enkele dagen voorbij zouden zijn.” Hij betuigde spijt: „Ik heb veel nagedacht, en ik word altijd achtervolgd door dezelfde gedachte: schuld.” Obrenovic nam een deel van de verantwoordelijkheid voor de dood van duizenden onschuldige mensen op zich: „Ik hoop schuld van mijn volk weg te nemen door individuele schuld te aanvaarden, schuld van een man genaamd Dragan Obrenovic.” Obrenovic bood zijn verontschuldigingen aan de slachtoffers. „Ik zou mij gelukkig prijzen als dit bijdraagt tot verzoening in Bosnië.”
Tijdens een internationale donorconferentie in het gebouw van het Joegoslavië-tribunaal is gisteren zo’n 16 miljoen euro beloofd. Het geld gaat naar een nog op te zetten speciale kamer voor oorlogsmisdaden bij het Bosnische staatsgerechtshof in Sarajevo.
Dit is na afloop bekendgemaakt door de Franse diplomaat Bernard Fassier, een van de plaatsvervangers van Lord Paddy Ashdown, de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap in Bosnië-Herzegovina.
ICTY en OHR, het Bureau van Ashdown, werken samen bij de oprichting van de speciale Oorlogsmisdadenkamer, die de werkdruk van het Haagse tribunaal moet verlichten en zich voornamelijk met de „kleine vissen” gaat bezighouden.
Nederland geeft 1 miljoen euro voor de eerste twee jaar van het werk van de speciale kamer, zo laat het ministerie van Buitenlandse Zaken weten.
Een eerlijke procesgang moet mede worden gegarandeerd door een nieuw Bosnisch wetboek van Strafvordering, dat eerder dit jaar is goedgekeurd.