Zendingsdag CGK: Sociale bewogenheid poort om Evangelie te verspreiden
ZEIST. „Wie weet van vreemdelingschap, is niet alleen bewogen met vreemdelingen, maar ook met de verloren wereld”, zo stelde ds. K. Hoefnagel zaterdag in zijn openingswoord van de zendingsdag van de christelijke gereformeerde kerken in de classis Utrecht.
De jaarlijkse zendingsdag, die traditiegetrouw gehouden wordt in de bossen bij Zeist, had dit jaar als thema ”De vreemdeling…”.
In zijn inleiding op het thema betoogde ds. K. Hoefnagel uit Meerkerk dat iedere christen zich als het goed is een vreemdeling voelt op deze wereld. Dat vreemdeling zijn is wel iets anders dan „vreemd doen”; het vreemdelingschap is in zekere zin normaal omdat men dan weliswaar niet werelds is, maar wel volgens de wil van God leeft.
Ds. W. E. Klaver, christelijk gereformeerd predikant in Scheveningen, sprak over Hebreeën 11:11-16. Uit de opsomming van Bijbelheiligen in Hebreeën 11 blijkt steeds weer dat vreemdelingschap de gelovigen bij uitstek typeert. Ook het leven van de aartsvaders werd gestempeld door het uitzien naar het toekomstige, hemelse vaderland. Dat verlangen doortrok hun hele dagelijkse leven. Zij verbleven zonder vaste woon- en verblijfplaats hier op aarde en leefden in tenten.
Dit leven in het licht van Gods belofte maakt niet levensmoe, al gaat het niet zonder strijd. „Allen die hier op aarde vreemdelingen waren, komen uiteindelijk in dat hemelse vaderland”, zo besloot ds. Klaver.
Evangelist H. Bor uit Poederoijen benadrukte in zijn toespraak over ”Vreemdeling… mij een zorg?” dat het een Bijbels gebod is oog te hebben voor vreemdelingen. „Weet u er dat in Nederland 800.000 asielzoekers wonen? Al die vreemdelingen moeten ons wel degelijk een zorg zijn.”
De evangelist verwees naar de laatste verzen van Mattheüs 25, waar sprake is van twee groepen mensen. De ene groep had oog voor ellendige en behoeftige mensen en zochten gevangenen op, terwijl de andere groep wordt veroordeeld omdat hij daar geen enkele zorg voor had.
Volgens Bor is sociale bewogenheid vaak een toegangspoort om het Evangelie te verspreiden. Het gaat uiteindelijk niet om hulpverlening alleen, maar het gaat erom mensen met de boodschap van verlossing te bereiken.
’s Middags werden er twee presentaties gehouden. Ds. A. Th. van Olst, predikant te Utrecht-West, informeerde de aanwezigen over evangelisatiewerk in Utrecht. Door dit werk kwam ds. Van Olst in contact met vele buitenlanders, onder wie de Iraniër Hamid. Toen Hamid in een Nederlands asielzoekerscentrum voor het eerst van zijn leven een Iraniër uit de Bijbel zag lezen, vond hij dat heel vreemd. Later begon hij zelf de Bijbel te lezen. Het was voor hem moeilijk om Jezus als Zoon van God te aanvaarden, omdat hij altijd had gehoord dat Jezus niet meer dan een profeet was.
Na hem vertelde I. Nimpagaritse hoe hij vanuit Burundi als asielzoeker in Nederland kwam en contacten kreeg met de christelijk gereformeerde kerk in Culemborg. In samenwerking met Nimpagaritse zijn er door de Christelijke Gereformeerde Kerken veel projecten opgezet in Burundi. Zo is onder meer de Heidelberger Catechismus vertaald.