„Voorheen waren het vooral stammen die mensen ontvoerden om zaken af te dwingen bij de overheid of bij andere stammen. Ze wilden bijvoorbeeld dat de overheid een lokale weg zou aanleggen”, zei Beuming. „Gijzelaars dienden daarbij als onderpand en werden relatief goed behandeld.”

Sinds strijders van het aan al-Qaeda verbonden Ansar al-Sharia de zuidelijke provincie Abyan zijn ontvlucht en zich over het land hebben verspreid, komen ontvoeringen veel vaker voor, ook in steden als Sanaa en Taiz. Volgens Beuming is het echter vaak onduidelijk wie er achter een ontvoering zit en wat de ontvoerders precies willen, doordat zij veelal achter de schermen met de autoriteiten overleggen.

Het kan gaan om bendes die gijzelaars puur voor het geld doorverkopen aan al-Qaeda. Maar de ontvoerders kunnen ook strijders van Ansar al-Sharia of al-Qaeda zelf zijn die bijvoorbeeld in ruil voor de gegijzelden eigen strijders uit de gevangenis willen krijgen.

„Voorheen wist je als gegijzelde over het algemeen dat je weer levend vrij kwam en slechts diende als onderpand. Het ging alleen wel eens mis als het leger gijzelaars met geweld bevrijdde”, aldus Beuming. Volgens haar is die garantie nu een stuk minder hard in het wetteloze land waar de autoriteiten weinig te vertellen hebben.

Ansar al-Sharia steunt openlijk de terreurorganisatie al-Qaeda. De strijders worden verantwoordelijk gehouden voor aanslagen op culturele en westerse instellingen. Ook worden ze verantwoordelijk gehouden voor een zelfmoordaanslag in mei 2012 op Jemenitische militairen, waarbij 120 mensen omkwamen.