Ds. W. Silfhout: Televisie op internet vraagt gewetensvorming
Dat alle programma’s van de publieke omroep live te zien zijn via internet, is voor ds. W. Silfhout geen reden om tv-bezit niet meer te veroordelen. Wel onderstreept het nog meer de noodzaak van vorming en toerusting.
Op de website npo.nl is het sinds afgelopen dinsdag mogelijk om live tv-uitzendingen te volgen. We worden daardoor geconfronteerd met een nieuw fenomeen: livetelevisie via internet. Of is het toch niet zo nieuw? Het nieuwe is dat het om live-uitzendingen gaat. Je hoeft niet meer te wachten op uitzendinggemist.nl. Je hoeft ook geen televisiescherm aan de muur te hangen. In de beslotenheid van je eigen kamer kun je gewoon televisie kijken. Kliksafe zit met een dilemma. Als het technisch al mogelijk is om bepaalde liveprogramma’s te blokkeren, dan is het nog de vraag hoe hier mee om te gaan.
Is het een achterhoedegevecht dat in onze gezindte gevoerd wordt tegen televisie? In zeker opzicht wel. Onze jongeren zijn de ouderen mijlen ver vooruit als het gaat om het gebruik van internet. Vele ouders zullen niet weten dat hun kinderen als ze op het station op de trein wachten Studio Sport bekijken via hun smartphone. Dan heb ik het nog maar niet over allerlei andere programma’s. Dus zo nieuw is het zeker voor jongeren niet.
Derde gebod
Televisiebezit is in de Gereformeerde Gemeenten ten strengste veroordeeld. De generale synode van 1953 heeft uitgesproken en in 1962 herhaald dat het gebruik van televisie in de gezinnen, of anderszins tot vermaak ten strengste moet worden veroordeeld en dat de kerkenraden de roeping hebben tegen dit gebruik van tv met kracht, zo nodig met toepassing van censuur, op te treden.
Het gebruik van televisie werd geacht te strijden tegen het derde gebod van de Wet des Heeren: de lastering van Gods Naam. Zonder dat daarover uitspraken zijn gedaan van kerkelijke vergaderingen, is het in de loop van de jaren wel duidelijk geworden dat het gebruik van televisie niet alleen strijd oplevert met het derde gebod, maar met vele andere geboden. Alleen al de vele programma’s waarin seks en geweld worden vertoond en zo de huiskamers binnenstromen en de harten vergiftigen, strijden met de heilzame geboden van God.
Daarom was en is het nodig om met ouders, bijvoorbeeld rond de bediening van de heilige doop, in gesprek te gaan over het omgaan met de moderne media. Het volmondig ja zeggen op de doopvragen vraagt om eerlijkheid en oprechtheid, ook aangaande de opvoeding van de kinderen. Met de opkomst van internet in onze gezinnen is dit des te meer noodzakelijk, maar is het er ook niet gemakkelijker op geworden.
Moeilijker te handhaven
Het dilemma spitst zich toe op het gebruik en niet op het bezit van een televisietoestel. Al is het wel zo dat de aanwezigheid van een televisietoestel in de kamer eerder de indruk geeft van een wereldse levensstijl dan het hebben van een of meerdere computers waarop televisie wordt gekeken. De aanwezigheid van een tv stempelt het gezinsleven en moet daarom veroordeeld worden.
Maar ook het rijp en groen kijken van tv op internet, al is het dan niet zo direct zichtbaar, is onverenigbaar met een christelijke levensstijl en moet ook veroordeeld worden. Internet en tv zijn niet meer van elkaar te scheiden. Door deze ontwikkelingen is het in 1953 vastgestelde beleid steeds moeilijker te handhaven.
Het heeft er wel toe geleid dat vele jaren lang de tv toch buiten de gezinnen kon worden gehouden. Dat heeft een aantal generaties gevrijwaard –althans in dit opzicht– van de wereldse en vaak zedenbedervende invloeden van vele tv-programma’s. Dat het door de ontwikkelingen van nu niet meer onverkort te handhaven valt, neemt het feit niet weg dat er een heilzame invloed van het toen vastgestelde beleid is uitgegaan.
Geen gemakkelijk oplossing
Hoe nu verder, nu het niet meer uitmaakt of iemand een tv-toestel in huis heeft of alleen via het computerscherm naar de live te volgen programma’s kijkt? Het valt niet meer uit te leggen dat er verschillend wordt omgegaan met iemand die op de ouderwetse manier tv kijkt en iemand die via internet tv kijkt.
Een oplossing voor dit probleem is niet zo gemakkelijk. Het filter kan wellicht nog dienstdoen om pornografische en geweldprogramma’s buiten de deur te houden. Al moeten we daar ook niet alles van verwachten. Het lijkt bovendien niet zo moeilijk te zijn om het filter te omzeilen. Op vele smartphones wordt tv gekeken zonder filter. Het beste filter is de vreze des Heeren en een dienovereenkomstige opvoeding.
Moet de kerk het gebruik van tv dan maar vrijgeven? Er zijn nu echter eerder meer dan minder redenen dan vroeger om tv te weren uit de gezinnen. We kunnen toch niet ontkennen dat het bekijken van allerlei tv-programma’s haaks staat op een christelijke levenswandel? Er zal daarom veel meer nadruk moeten liggen op toerusting en vorming, gericht op een verantwoorde omgang met de moderne media.
Dat is niet iets wat nu ineens aan de orde komt, maar is steeds al noodzakelijk geweest. Het wordt alleen urgenter. In prediking, catechese, verenigingswerk, zullen de gewetens gevormd moeten worden naar de eis van Gods Woord. Daarbij onze jongeren en onszelf voor ogen houdend wat de apostel Paulus schrijft in Romeinen 12:2: „En wordt dezer wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven welke de goede en welbehagende en volmaakte wil van God is.”
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente te Capelle aan den IJssel-Middelwatering en deskundige op het gebied van het kerkrecht.
Zie ook:
Televisie via internet populairder (Reformatorisch Dagblad, 01-06-2011)
Internet, tv, web en televisie schuiven verder ineeen (Reformatorisch Dagblad, 03-09-2011)
Nee tegen tv (Reformatorisch Dagblad, 15-10-2011)
De ‘niet-tv-bezittende selectieve kijker’ (Reformatorisch Dagblad, 01-10-2011)
Weren van televisie en filteren internet is niet genoeg (De Saambinder, 22-10-2004)