Bussemaker tegen D66-plan om ‘aanrechtsubsidie’ sneller af te schaffen
Minister Jet Bussemaker is voorstander van het stapsgewijs afbouwen van de overdraagbare algemene heffingskorting voor partners die weinig of geen betaalde arbeid verrichten, maar vindt het niet verstandig die korting in één keer af te schaffen zoals D66 wil.
Dat zei de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap donderdag in een debat over emancipatie. Bussemaker: „Dat zou te veel negatieve koopkrachteffecten opleveren, met name voor sociale minima en lagere inkomens. En een nog verder dalende koopkracht in tijden van oplopende werkloosheid kunnen we niet gebruiken.”
D66-Kamerleden Dijkstra en Van Weyenberg pleitten er tijdens het debat voor de overdraagbare korting in 2017 in één keer af te schaffen voor alle niet of weinig werkende partners. De overdraagbare algemene heffingskorting kwam bij de belastingherziening van 2001 in de plaats van de belastingvrije som, die voor beide partners gold en bedoeld was om een bestaansminimum vrij te stellen van belasting. In 2009 besloot het toenmalige kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie om de heffingskorting in vijftien jaar tijd stapsgewijs af te bouwen.
Volgens D66 zou de korting die in de volksmond wel wordt aangeduid met de term ”aanrechtsubsidie” vrouwen ontmoedigen om buitenshuis te gaan werken.
De SGP kraakt het plan van D66. Volgens Kamerlid Bisschop praat de partij met een „gespleten tong” en maakt ze haar eerdere mooie woorden over een betere ondersteuning van mantelzorgers zo „volstrekt” ongeloofwaardig.
Mantelzorg
Bussmaker stelde tijdens het debat ook dat het niet alleen vanzelfsprekender moet worden dat mannen meehelpen in het huishouden, maar ook dat ze vaker mantelzorg gaan doen.
Bussemaker riep mannen op meer zorgtaken te verrichten, zodat die niet altijd bij de vrouw terechtkomen. „Als je werkt, houdt je best nog heel veel tijd over voor andere zaken, zoals mantelzorg.”
De minister stelde vast dat het overgrote deel van de mantelzorgers nu vrouw is, terwijl mannen ook prima in staat zijn om iemand te verzorgen. Werkgevers moeten zich dan wel flexibel opstellen en mannen ook de mogelijkheid geven om zorgtaken op zich te nemen.
De minister kwam ook terug op uitspraken van vorige maand. Ze zei toen in een interview dat vrouwen nog te vaak teren op de zak van hun man. Ze zou graag zien dat vrouwen veel vaker financieel onafhankelijk zijn. Bussemaker stelde dat ze een probleem wilde aankaarten en dat het niet de bedoeling was om vrouwen te beledigen of hun de wet voor te schrijven.
Bussemaker snapt goed dat mensen ervoor kiezen om thuis te blijven om voor kinderen te zorgen of om mantelzorg te kunnen leveren. Ze vindt het echter wel een probleem dat zoveel mensen dezelfde keuze maken, aangezien 48 procent van de vrouwen niet economisch zelfstandig is. „Ik betreur het dat het altijd hetzelfde landt: de man is kostwinner en de vrouw blijft thuis voor de zorg.”
De minister zei tijdens het debat verder dat het „enorm irritant” is dat mannen en vrouwen in dezelfde functies nog steeds niet evenveel verdienen. De PvdA stelde voor bedrijven te verplichten om in jaarverslagen aan te geven wat de loonverschillen zijn en wat er gedaan wordt om de kloof tussen mannen en vrouwen te dichten. Bussemaker vond dat een interessant idee, waar ze graag mee aan de slag wil gaan.