Dijsselbloem wil de Letten vragen stellen over onder meer de grote omvang van de financiële sector in het land, over het belastingstelsel en over antiwitwasmaatregelen. Maar hij wees erop dat Letland een staatsschuld heeft van 40 procent, die lager ligt dan in de meeste andere eurolanden en dat het land op dit moment een begrotingstekort heeft van 1,2 procent, ook veel beter dan de meeste eurolanden.

Letland heeft na een economische crisis en een „geweldige terugslag” een aantal jaren geleden wel „als geen ander harde hervormingen doorgevoerd”, zei Dijsselbloem. Dat gebeurde „snel en diepgravend”.

In de Kamer leven bij veel partijen zorgen over Letland, onder meer omdat er op de banken in het land veel Russisch spaargeld staat. De financiële sector is ook groot, in verhouding tot de omvang van de Letse economie. Een aantal fracties pleitte ervoor Letland nog een aantal jaren in de wachtkamer van de eurozone te laten zitten.

Maar Dijsselbloem verwees naar het EU-verdrag waarin staat dat EU-landen tot de euro móeten toetreden als ze voldoen aan de voorwaarden, tenzij ze - zoals de Britten en de Denen - een uitzonderingspositie hebben bedongen. Over de toetreding van Letland tot de eurozone wordt door de Europese regeringsleiders gesproken tijdens een EU-top eind juni. Een definitief besluit nemen de ministers van Financiën op 9 juli.