Veerman biedt steun aan jonge boeren via subsidie
Er komt een rentesubsidieregeling voor jonge boeren. Minister Veerman van Landbouw stelt voor deze kabinetsperiode 10 miljoen euro beschikbaar voor subsidie op investeringen die jonge boeren na bedrijfsovername moeten doen. De Europese Unie voegt daar via de cofinancieringsconstructie nog eens 10 miljoen euro aan toe.
Dat zei minister Veerman donderdag tijdens de behandeling van zijn begroting in de Tweede Kamer. De bewindsman sprak van een „historisch moment.” Hij beloofde de Kamer dat de regeling eenvoudig zal worden opgezet, zonder al te veel administratieve rompslomp.
CDA’er Koopmans, Van der Vlies (SGP) en Slob (ChristenUnie) zijn verheugd over deze toezegging van Veerman. „Er is een buitengewoon belangrijke stap gezet”, aldus Koopmans. SGP’er Van der Vlies, die de rentesubsidieregeling woensdag al voorstelde, vindt de regeling „een geweldige bouwsteen voor de toekomst.” Zijn ChristenUnie-collega Slob is blij met de „vooruitgang die in korte tijd is geboekt op dit terrein.”
Tijdens hetzelfde debat vroeg Slob de minister aan te geven wat hij kan doen om zijn moreel appèl aan consumenten en supermarkten concreet vorm te geven. Veerman, die vindt dat „het streven naar meer duurzame landbouw niet is gebaat met meer druk op de marges”, zei geen mogelijkheden te zien om op te treden tegen het stunten met prijzen door supermarkten. Maatregelen kon hij dus niet beloven. Wel stelde hij zich open voor ideeën om burgers en supermarken te wijzen op hun verantwoordelijkheid.
Om de christelijke partijen toch tegemoet te komen, heeft Veerman de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) gevraagd onderzoek te doen naar de macht van supermarkten bij de inkoop van producten. Van der Vlies (SGP) had daar bij de minister op aangedrongen, omdat hij vreest dat boeren uiteindelijk de dupe worden van het gevecht om de klant.
De NMa had de aanvraag van Veerman gisteren nog niet ontvangen, aldus een woordvoerster. De concurrentiewaakhond volgt de prijzenslag bij de supermarkten volgens haar „op de voet.” De NMa let daarbij vooral op de krachtsverhoudingen, die mogelijk kunnen verschuiven door de verhevigde concurrentie.
Veerman schetste gisteren in de Kamer ook alvast de contouren van een nieuw mestbeleid, dat het systeem van mineralenboekhouding (Minas) per 1 januari 2006 moet vervangen. Het nieuwe beleid is gebaseerd op zogenoemde gebruiksnormen. De verantwoordelijkheid voor het milieugedrag komt steeds meer bij de ondernemer te liggen, aldus de bewindsman. Het stelsel van heffingen verandert en in het nieuwe systeem komen minder controlepunten.
Risicobedrijven, zij die alle mest uitrijden, moeten volledig verantwoording afleggen via hun administratie. Als ze kwistig zijn met meststoffen, kunnen ze worden beboet. Andere bedrijven zullen steekproefsgewijs worden gecontroleerd. In geval van twijfel moet de agrariër zelf aantonen dat hij onschuldig is. Overtreders van de nieuwe mestregels kunnen volgens Veerman rekenen op „afschrikwekkend hoge boetes” en desnoods celstraffen.