Economie

Schippers onder spanning

De binnenvaart verkeert in zwaar weer. Door de aanhoudende economische crisis is het moeilijk om aan lading te komen. Tarieven staan onder druk, schulden lopen op en banken houden de hand op de knip. Gezinnen staan onder grote spanning en de psychische nood neemt toe. Steeds meer schippers zoeken hulp.

12 June 2013 15:29Gewijzigd op 15 November 2020 04:08
beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt

Het Economisch Bureau van ING publiceerde deze week een sectorrapport over de binnenvaart. De titel geeft weinig hoop: ”Herstel binnenvaart uit zicht”. Met name voor schepen die droge lading vervoeren zijn de vooruitzichten niet rooskleurig. Het aanbod van vracht zal tot 2020 nauwelijks toenemen, verwachten de rekenmeesters van de bank. Voor menige ondernemer ligt die horizon te ver.

Kern van het probleem is dat enkele jaren geleden de bomen nog tot in de hemel leken te groeien. De vrachtprijzen stegen, ondernemers die wilden groeien roken hun kans. Geen bank deed moeilijk in die tijd. Gevolg: er kwam een golf aan nieuwe, grote schepen in de vaart.

Vanaf 2008 bleek hoe fragiel de balans tussen vraag en aanbod in de binnenvaart is. Een relatief kleine terugval in de hoeveelheid vracht was genoeg om in een neerwaartse spiraal terecht te komen. Verladers werden kritischer, bevrachtingskantoren gingen shoppen, schippers bleken bereid hun prijs te verlagen. Soms zelfs tot onder de kostprijs. Het is hun nauwelijks kwalijk te nemen: met een miljoenenschuld heb je geen keus, het is (nog even?) doorvaren in de hoop op betere tijden of definitief ondergaan.

De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek liegen er niet om (zie grafieken). Vanaf begin 2008 daalden de omzetten in de binnenvaart lange tijd. Een kortstondige opleving was er in 2011, maar die was helemaal te danken aan de langdurige perioden met lage waterstanden in dat jaar. Schepen kunnen bij laag water minder lading meenemen. Dat betekent meer werk: er zijn immers meer schepen nodig om dezelfde hoeveelheid goederen te vervoeren. Maar op laag water kun je als ondernemer niet rekenen.

In 2012 was de omzet van de binnenvaartondernemers gemiddeld 7 procent lager dan in 2011, aldus het CBS. Het aantal faillissementen steeg fors: 29 ondernemers moesten gedwongen hun bedrijf beëindigen, tegen 18 in 2011.

Op een totaal van 4000 lijkt dat niet veel, maar het is slechts het topje van de ijsberg. ING noemt in zijn sectorrapport de financiële positie van veel bedrijven zorgelijk. Zonder vermindering van de capaciteit van de vloot is herstel in de droge ladingvaart de komende jaren „niet langer realistisch”, aldus de bank.

Burn-out

Cijfers van Abri, gebaseerd op het boekhoudnetwerk van dit in de binnenvaart gespecialiseerde administratiekantoor, laten zien dat vooral ondernemers met grote, jonge schepen moeite hebben om het hoofd boven water te houden. Zij hebben enkele jaren geleden fors geïnvesteerd (zie tabel) maar draaiden in 2009 en 2010 zwaar verlies. Het jaar 2012 –waarvan de cijfers nog niet definitief zijn– zal ook negatief uitpakken. Het eigen vermogen van deze bedrijven verdampt met sprongen.

Accountant Wim Onderdelinden van Abri schat dat 75 procent van de ondernemers met spanningen op de rekening-courant kampt: zij lopen tegen hun limieten aan en kunnen niet meer aan hun aflossingsverplichtingen voldoen. Vooral eigenaars van schepen boven de 2500 ton laadvermogen, vanaf 135 meter lengte, hebben het moeilijk. Zij hebben in de goede jaren fors geïnvesteerd maar nauwelijks de kans gehad af te lossen.

De misère heeft zijn weerslag in de privésituatie van schippers, weet Onderdelinden. Spanningen in gezinnen nemen toe, hetzelfde geldt voor gezondheidsklachten bij de ondernemers. „Iemand vertelde me dat zijn dokter de diagnose burn-out heeft gesteld. Hij vroeg aan mij wat hij moest doen. Ik zei: Voor jezelf kiezen! Maar de man besefte dat tijdelijk rust nemen voor de bank reden zal zijn om de stekker eruit te trekken. Daarom besloot hij toch maar door te varen.”

Het lontje is bij veel mensen momenteel erg kort. Onderdelinden heeft daar begrip voor. „De situatie beheerst het leven van de mensen. Als je het afgelopen jaar 2 ton verlies hebt gedraaid en nu ’s ochtends om vier uur opstaat en weet dat je ’s avonds 800 euro armer bent, dan loop je niet te fluiten.”

Koffie

Iemand die daar ook alles van weet is Lilian van Hiele. Zij is bij alle schippers bekend als het gezicht van het Steunpunt Binnenvaart. Dat bemiddelt als een soort spin in het web tussen schippers met problemen en instanties die hulp kunnen bieden of waar een regeling mee getroffen moet worden. Terwijl het steunpunt enkele jaren geleden vooral bijsprong bij sociale problemen is nu bijna de helft van de hulpaanvragen direct gerelateerd aan financiële nood. Vorig jaar begeleidde het steunpunt twintig ondernemers die moesten stoppen met varen.

„Binnenvaartondernemers zijn normale mensen, maar de combinatie werken en wonen op het schip geeft heel eigen problemen”, zegt Van Hiele. „Ben je ziek, dan ligt je schip stil. Moet je je bedrijf beëindigen, dan zit je meteen zonder woonruimte. Gemeenten hanteren wachtlijsten van jaren en je vindt ook niet zomaar werk aan de wal.”

De psychische spanningen in de binnenvaart lopen verschrikkelijk op, zegt Van Hiele. „De voortdurende onzekerheid over de toekomst is frustrerend. Je weet nooit wanneer het beter wordt.”

Het aantal verzoeken om hulp is intussen verdubbeld. Vaak blijkt een gesprek veel opluchting te geven. „Het geeft zo veel rust om bij een kop koffie de opties die er zijn naast elkaar te leggen en te kijken wat de consequenties daarvan zijn. Soms blijkt dan dat het beter is om te stoppen, bijvoorbeeld als je een miljoenenschuld hebt waar je nooit meer onderuit zult komen.”

Aan de andere kant beseft ze ook dat schippers niet graag over hun problemen praten. „Maar na vier jaar crisis hoef je je daar niet voor te schamen”, vindt Van Hiele.

Krediet

Louis Krüger is schipperspredikant, verbonden aan het Binnenvaartpastoraat van de Protestantse Kerk in Nederland en aan de Koningskerk in Rotterdam. Hij heeft in de diverse havens langs de Rijn regelmatig contact met zeker 500 Nederlandse schippers.

In 2007 hield Krüger op het jaarcongres van de christelijke schippersbond CBOB een lezing onder de titel ”Hoe overleven we de overvloed”. „Het was in die tijd haast niet voor te stellen hoeveel geld er werd verdiend. Er waren mensen die met een nieuw schip tonnen verdienden zonder ooit uit te varen: ze verkochten het meteen weer door”, herinnert de predikant zich. Maar een jaar later was de vraag helemaal omgedraaid.

Komen mensen door de crisis dichter bij God? Krüger: „Dat vind ik moeilijk te zeggen. Je hoopt erop in je pastoraat en in de prediking, dat mensen geïnspireerd worden tot een levend geloof en een levende relatie met God de Vader, de Heere Jezus en de Heilige Geest. Maar het is belangrijk dat je ook in goede tijden dicht bij God leeft, dan is Hij er ook in mindere tijden. Het geloof is geen EHBO en geen ANWB voor als je in de problemen zit.”

Tekenend is dat het begon met een kredietcrisis, vindt Krüger. „Krediet komt van credo. Credo betekent geloof. De samenleving plukt nu de vruchten van het feit dat ze God de rug heeft toegekeerd. De Bijbel zegt: de mens zal niet alleen bij brood leven, maar bij ieder woord dat van God uitgaat. Het verbaast me hoeveel mensen denken dat ze alleen van brood kunnen leven. Als het je economisch voor de wind gaat is dat makkelijk te maskeren, maar als het brood minder wordt heb je andere reserves nodig.”

De predikant verwijst naar woorden uit de brief van Paulus aan de Filippensen. „Wees in geen ding bezorgd maar laat al je behoeften bij God bekend worden en dank Hem ervoor. Juist in deze tijd moeten we dat geheim weer leren.”

Intussen ervaart Krüger meer openheid als hij de schepen langsgaat. „Vroeger lagen er hele rijen waarvan de schippers zeiden: Geen belangstelling. Maar nu roepen ze me vaak even aan boord.”


„Het is niet de slechtste tijd”

Maarten en Ingeborg Peggeman varen met hun schip Kamperzand (thuishaven Kampen) door Nederland en een deel van Duitsland. Aan boord wonen ook de twee jongste kinderen en een matroos. Twee oudere kinderen verblijven in het internaat Eben Haëzer. De Kamperzand is een middelgroot schip met een laadvermogen van 1831 ton, gebouwd in 1972. Peggeman vervoert steenkool, metaalschroot en bouwmaterialen. De concurrentie om lading is hevig. De 33-jarige schipper is blij met elke reis die hij mag maken.

Wat merkt u met uw onderneming van de crisis in de binnenvaart?

„Het is bijna vijf jaar geleden dat wij een normale omzet hebben gedraaid. Gemiddeld hebben we zo’n 25 procent moeten inleveren, terwijl de kosten 30 procent gestegen zijn. De prijs die we per ton lading ontvangen is niet veel veranderd maar de omzetsnelheid wel. Voor de crisis hadden we geen onbenutte dagen, nu ligt het schip regelmatig twee tot vijf dagen stil.”

Hoe vangt u de verminderde inkomsten op?

„We kunnen niet investeren, laat staan reserveren. Willen we wat doen dan moeten we de aflossing stilzetten. Aan onderhoud doen we alleen het hoognodige. Reparaties voeren we zelf uit; dat vergt soms veel creativiteit.”

Hoe kijkt u tegen de toekomst aan?

„De toekomst? Dat is heel moeilijk. De markt moet echt verbeteren. Maar stoppen is ook geen optie, want dan blijven we met een schuld zitten. Zolang de bank meewerkt, varen we door. En dat geldt voor veel collega’s.”

Wat betekent de situatie voor het gezin?

„De kinderen hebben er weinig last van. Als ouders proberen we die er zo veel mogelijk buiten te houden. Tegelijk moet ik zeggen: we hebben niets tekort maar ook niets te veel. We berusten erin dat we niets méér kunnen doen. Het is ons gebed: „Geef ons heden ons dagelijks brood.” Niet meer en niet minder.”

Krijgt u steun vanuit uw kerkelijke gemeente?

„Onze thuisgemeente is de gereformeerde gemeente in Kampen. Omdat we daar niet zo vaak kerken, is er niet zo veel contact. Maar de zondagen dat we er wel zijn, worden we veel aangesproken. Dat medeleven doet goed.”

Wat doet de situatie met uw eigen geloofsleven?

„Het is niet de slechtste tijd. De Bijbel zegt dat het gemakkelijker is dat een kemel gaat door het oog van een naald dan dat een rijke binnengaat in het Koninkrijk Gods. Ik ben erachter gekomen dat dit werkelijkheid is. Als je meer geld hebt, is het moeilijker om daar in geloof mee om te gaan. De crisis heeft ons dichter bij de Heere gebracht.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer