Peuters drinken nog vooral zoete drankjes
DEN HAAG (ANP). Peuters drinken vooral zoete drankjes en vrijwel geen water, terwijl ouders, verzorgers en professionals in de kinderopvang wel aangeven het drinken van water belangrijk te vinden. Peuters nemen dagelijks 2,3 glas zoete drank, tegenover 1,1 glas water.
Dat blijkt uit een landelijke steekproef naar het drinkgedrag onder kinderen tussen de 0 en 4 jaar, in opdracht van JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht) en uitgevoerd door onderzoeksbureau Motivaction. Siroop en diksap zijn de meest gedronken zoethoudende dranken.
Er is geen sprake van onwil, maar van onwetendheid bij ouders en verzorgers, blijkt uit de steekproef. Bijna twee derde van de ouders en professionals in de kinderopvang zegt zich ervan bewust te zijn dat er meer dan vijf suikerklontjes in een glas frisdrank zitten. Maar slechts een kwart van de ondervraagden weet dat een glas vruchtensap dezelfde hoeveelheid suiker bevat. Een minderheid van de ouders (40 procent) denkt dat peuters water lekker vinden. En van de professionals denkt 18 procent dat.
„Jong geleerd, is oud gedaan”, zegt Paul Rosenmöller, ambassadeur van JOGG. „Het is belangrijk dat jonge kinderen leren water drinken. Water is overal beschikbaar in Nederland, een goede dorstlesser en bevat geen calorieën. Dat zoete dranken dikmakers zijn, is recent nog aangetoond. Kinderen die 1,5 jaar lang limonade met kunstmatige zoetstof drinken in plaats van suiker, blijken na 1,5 jaar een kilo minder in gewicht te zijn toegenomen dan degenen die limonade met suiker krijgen.”
Van de ouders en professionals vindt 80 procent het belangrijk dat kinderen tussen de 0 en 4 jaar wennen aan het drinken van water. Rosenmöller: „JOGG heeft de ambitie om samen met de JOGG-gemeenten - nu 30 in Nederland - binnen nu en een half jaar de kinderdagverblijven volledig te laten overstappen op het aanbieden van water in plaats van zoete dranken.”