De nieuwe schrijvers
Ineens heb ik gepensioneerde vrienden. Hoewel zij sinds veertig jaar deel uitmaken van mijn leven, ontdek ik spannende ontwikkelingen.
Om te beginnen komen Tom en Inge midden in de week langs en op een van die spontane momenten geeft Tom aan een boek te willen schrijven. Hoe ik daar over denk. Hij leunt achterover en kijkt mij over de rand van zijn leesbril afwachtend aan. Zoiets moet je nooit tegen iemand zeggen die zelf schrijft, ik stal onmiddellijk het genre ”literaire thriller” voor hem uit. Wetend dat hij op grond van zijn bestuurservaring alles af weet van onderwerpen als achterkamertjespolitiek en duistere geldstromen. Niet dat ík daar een grein verstand van heb, maar ik voel scherp aan dat hij er iets mee kan.
Na een halfuur hebben we een plot. Hij speelt daarin de hoofdrol. De geniale antiheld die tot bloedens toe belaagd wordt, die onrechtmatigheden tot op het bot fileert. Aan het eind van de thriller worden alle in Armani gehulde betrokkenen per bus afgevoerd naar Veenhuizen.
Tom en Inge vertrekken met hun campertje naar Kroatië. Per mail houdt Tom me op de hoogte van zijn schrijfvorderingen. Hij heeft inmiddels drie hoofdstukken voltooid en wisselt het schrijven af met het lezen van titels die ik hem ter inspiratie aanraad. Ik breng hem tegelijkertijd de fijne kneepjes van het vak bij. „Neem de lezer in vertrouwen. Sleur hem de vergaderzaal in. Niet zeggen dat iets corrupt is, laat het zien.”
Inge kent ondertussen haar echtgenoot niet terug: „Andere vakanties was hij dagen in de weer met contacten leggen, maakte hij praatjes met elke voorbijganger. Nu zit hij een meter van mij af met koud geworden koffie, de laptop op schoot en een glazige blik in zijn ogen.”
Bij terugkomst viert Tom zijn verjaardag. Het is zonnig en warm. De tuin vol mensen. Ik raak in gesprek met een vriend van Tom. „Tom is een boek aan het schrijven”, zeg ik. Je kunt tegenwoordig niet vroeg genoeg beginnen met promoten. Tom grijnst. De vriend is vol interesse. Ik vraag hem wat hij doet. Hij is onlangs gepensioneerd. Altijd advocaat geweest. Hier liggen nieuwe kansen, dus ik zeg: „Jij hebt een archief aan plots tot je beschikking.” In zijn ogen zie ik een serie aan interessante en onvergetelijke zaken voorbijglijden en tegelijk verschijnt daar de glazige blik die Tom intussen kenmerkt. „Ja”, zegt hij peinzend. „Dat is zo. Een enorm archief. Een boek? Interessant.” „Ga schrijven”, zeg ik. „Dan kunnen wij straks meegenieten.”
Let op. Er ontstaat een nieuwe generatie schrijvers. De pensionado’s die geen zin hebben om in Zuid-Spanje of elders mediterraan rond te hangen, maar ons hun verhalen vertellen.