Het onderzoek, dat zaterdag wordt gepresenteerd, is een herhaling van een enquête in 2003.

Aan de peiling deden 1926 jongeren mee: 38 procent was man, 62 procent vrouw. Vergeleken met 2003 was de kerkelijke kleur van de respondenten iets ‘rechtser’: minder jongeren uit de Christelijke Gereformeerde Kerken deden mee; het percentage deelnemers dat kerkt in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland verdubbelde (van 6 naar 12,3 procent). Het is echter lastig te bepalen welke invloed dat heeft op de resultaten.

De SGP kan anno 2013 op fors meer stemmen rekenen van reformatorische jongeren (72,4) dan tien jaar terug (53,3). De ChristenUnie blijft ongeveer even populair (2013: 17 procent; 2003: 16 procent). Het CDA zakt ver weg: van 12,8 procent naar 4,8 procent. Slechts een op de tien denkt erover op die partij te stemmen om invloed uit te oefenen. In 2003, ten tijde van Balkenende, waren dat er nog twee op de tien.

De VVD (2,71 procent) en de PVV (2,66 procent) zijn de ‘populairste’ seculiere partijen.

Fusie van SGP en ChristenUnie is iets minder populair geworden: 28,4 procent ziet dat wel zitten, tegen een derde in 2003.

Positieve uitstraling

Het imago van de SGP is fors verbeterd. Bijna 71 procent van de ondervraagden vindt dat de partij een positieve uitstraling heeft, tegen 57,6 procent in 2003. Thuis en in de vriendenkring wordt er positiever over de SGP gesproken.

Meer jongeren dan een decennium geleden weten waar de SGP voor staat (82 versus 78,1 procent) en menen dat de SGP duidelijke uitgangspunten heeft (81,5 tegen 76,8 procent). Die moet ze zeker ook uitdragen via moderne media, vindt 83,5 procent. Juist minder respondenten vinden de SGP maar een oudemannenpartij (21,1 tegen 26,8 procent) of een partij die star overkomt (25,2 tegen 40,3 procent).

De grote waardering voor de SGP sluit aan bij de positieve sfeer rond de partij als gevolg van de gedoogrol onder Rutte I. Die leverde al zo veel sympathie op dat ze op eigen kracht een derde zetel behaalde. Vlak voor de vorige enquête, in 2003, raakte de SGP die derde zetel juist kwijt. Er was kritiek –extern en intern– op het vrouwenstandpunt van de partij; signalen van onvrede onder jongeren waren toen een reden om een onderzoek te houden.

Destijds verklaarde 70,5 procent voor een SGP-vrouw in de Tweede Kamer te zijn; 19,2 procent was er tegen. Nu is het percentage voorstanders gedaald naar 64,3; het percentage tegenstanders is opgelopen naar 24,9 procent.

Theocratische stellingen

Ook deze keer zijn vier ”theocratische” stellingen aan de geënquêteerden voorgelegd: de SGP moet ijveren voor een vloekverbod in mijn gemeente (eens: 47,9 procent); de Bijbel is ongeschikt als uitgangspunt voor politieke keuzes (eens: 6,3 procent); het ambtsgebed is van grote waarde (eens: 70,4 procent); het leven volgens de Tien Geboden is goed voor iedereen in ons land (eens: 91,6 procent). ’t Verschil met tien jaar geleden bedraagt bij de vier stellingen minder dan 1 procent.

Op het gebied van godsdienstvrijheid is de verschuiving daarentegen wél fors: 41,5 procent van de jongeren meent dat moslims in Nederland het recht hebben een moskee te bouwen. In 2003 was dat nog maar 25,8 procent. Anno 2013 zijn er slechts nipt meer tegenstanders (43,4 procent); in 2003 waren dat er nog veel meer (59,1 procent).

De invoering van de doodstraf kan op minder voorstanders rekenen dan een decennium geleden: 44,5 procent wil die straf weer terug (2003: 54,5 procent); ook 44,5 procent keert zich er tegen.

Israël mag onverminderd op steun rekenen: nog geen vijfde van de respondenten vindt dat Israël Palestijnen onderdrukt.

SGP-jongeren hebben ook enkele actuele stellingen aan de respondenten voorgelegd. Eén ervan luidt: Reformatorisch onderwijs schermt jongeren te veel af van de samenleving. Ruim een derde is het daarmee eens; iets meer dan de helft vindt dat onzin.