Door het besluit kunnen studenten die beginnen aan een opleiding op een hogeschool of universiteit tot 2015 nog gewoon gebruik maken van de basisbeurs. Het nieuwe systeem gaat in 2014 wel al in voor studenten die aan een master (het laatste jaar aan de universiteit) beginnen.

Met het uitstel zorgt Bussemaker ervoor dat scholieren zich langer op de veranderingen kunnen voorbereiden. De minister stelt daarmee tegemoet te komen „aan signalen van instellingen in het hoger onderwijs, studenten en politiek”.

Bussemaker heeft ook besloten dat studenten die gebruik maken van het sociaal leenstelsel, langer mogen aflossen. De termijn daarvoor gaat van 15 naar 20 jaar. Daardoor daalt ook het maandelijks af te lossen bedrag. Ook komt er de mogelijkheid om een deel van een studieschuld kwijt te schelden als studenten meerjarige masteropleidingen doen in maatschappelijk belangrijke sectoren.

De plannen van Bussemaker zorgen ervoor dat er twee wetsvoorstellen komen. Het eerste, voor de masterstudenten, komt voor de zomer al naar de Kamer. Op die manier is er volgens de minister voldoende tijd om de wet te behandelen en om de voorlichting voor studenten goed uit te voeren. De wet voor de bachelorstudenten volgt dan begin 2014.

Bussemaker wilde het totale sociale leenstelsel eigenlijk in 2014 laten ingaan. Dat zou ervoor zorgen dat studenten niet langer de basisbeurs als gift krijgen, maar het geld moeten lenen. De aanvullende beurs, voor studenten met weinig geld, blijft wel bestaan. Ook de ov-studentenkaart waarmee studenten gratis kunnen reizen, verdwijnt. Daar moet een ander „vervoersarrangement” voor in de plaats komen.