Volgens de minister is door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) duidelijk aangetoond dat het „overgrote deel van de studenten” gewoon gaat studeren, ondanks de aangekondigde veranderingen. Nieuwe onderzoeken zijn volgens Bussemaker niet meer nodig. „We moeten er wel een keer mee ophouden.”

De afgelopen maanden vroegen de oppositiepartijen in de Kamer vaak om onderzoeken. Bussemaker heeft de oppositie nodig om in de Eerste Kamer aan een meerderheid voor haar plannen te komen.

De minister besloot vrijdag om het sociaal leenstelsel een jaar later in te laten gaan voor nieuwe studenten aan hogescholen en universiteiten (bachelorfase). „We hebben intensief gesproken met studenten en aankomend studenten en zij maken zich zeer veel zorgen over een zeer snelle invoering”, aldus Bussemaker, die het besluit vooral heeft genomen in het belang van de studenten.

Ook het langer aflossen van de lening is een tegemoetkoming. „Ik heb gezien dat dit voor veel mensen een belangrijk onderdeel is voor het draagvlak voor het leenstelsel”, zegt Bussemaker. Volgens haar is het besluit om niet in 15 maar in 20 jaar af te lossen niet nadelig. „Je krijgt het geld minder snel binnen, maar er is misschien weer sprake van een hogere rente. Dat kun je tegen elkaar wegstrepen.”

Het uitstel van het leenstelsel zorgt volgens Bussemaker ook niet voor minder opbrengsten. In totaal hoopt ze 800 miljoen euro te bezuinigen, een bedrag dat in de kwaliteit van het onderwijs moet worden geïnvesteerd. „Je krijgt het geld zo alleen iets later binnen”, constateert ze. „Dus de investeringen schuiven ook een jaartje op.”