Opinie

Een weekendje Melis

Onlangs bezocht het Nederlands Dagblad weer rampgebied. De Gereformeerde Gemeenten en aanverwante kerkgenootschappen fascineren de redactie. Op gezette tijden verschijnen impressies waarin medewerkers verslag doen van een expeditie naar bevindelijk terrein. Dit keer deed Hans Werkman samen met zijn vrouw –„ze heeft thuis een stemmig hoedje opgeduikeld, en het staat haar goed”– een weekendje Meliskerke, om daar ter kerke te gaan bij Franca Treur, zoals de kop luidde. Haar roman ”Dorsvloer vol confetti” diende als reisgids.

7 June 2013 15:53Gewijzigd op 15 November 2020 04:01

Daar gaan we dan. „Dat eindeloos trage zingen.” „De preek is gegoten in clichétaal, waar de ouderling met zijn diepe bas een extra klanke Kanaäns aan verleent.” Luisteren de kerkgangers wel, of doen ze maar alsof? Gaan die 29 afgelezen belijdeniscatechisanten straks allemaal getuigen van hun relatie met Christus? Werkman gelooft het nauwelijks; hij ziet ze nog niet direct allemaal naar het heilig avondmaal gaan. Conclusie: „Geen wonder dat Franca Treur dit niet meer trok”, dat ze daar ooit maar halfslachtig belijdenis stond te doen, dat „de brede cultuurkloof tussen de bewegingloze, geclicheerde zondagsdiensten en de moderne weekdagen” te groot werd. Ik zeg niet dat bepaalde waarnemingen van Werkman niet kloppen. Wel, dat een man die ik waardeer als schrijver van een uiterst empathische biografie over een pedofiele dichter, en nog veel meer moois, een dergelijk schrijfsel onwaardig is.

Volgens mij ging er iets mis met zijn verbeelding. Verbeelding of fictie kan mensen helpen om vreemde werelden te begrijpen, om te voelen wat nooit eerder gevoeld werd, en te denken wat nooit eerder gedacht werd. Dat brengt je niet alleen dichter bij de ander, maar ook bij de liefde van God, Die mensen beziet met een empathie die alle denken te boven gaat. Hoe ziet God de dingen dan? Als kind vroeg ik me dat vaak af, in netelige kwesties. Uit de Bijbel weten we dat Hij Zich bovenal niet stoort aan hoe de dingen zich uiterlijk voordoen. Een woestijn die bloeit als een roos. Een kreupele die springt als een hert. Zaad dat Hem zal dienen. Met een Bijbels georiënteerde verbeelding is het dus mogelijk dat in de kerk van Franca Treur een meisje –ook een studente Nederlands– belijdenis doet. Haar oma spreekt een andere taal, maar ze ziet ook iets in haar leven wat heimwee wekt. Ze weet hoe vreemd studiegenoten zouden opkijken van die „woorden zonder enige verrassing, die gestaag vanaf de kansel neerdalen”, maar ze is er dankbaar voor, omdat ze haar wegvoeren van de moderne literatuur naar een stille plek waar God is. Ze ontvangt op haar jawoord –„en tóch moet ik hier zijn”– van God een predikant die snaren raakt en onwetend haar werelden weer aan elkaar verbindt. Misschien schrijft ze er wel een boek over, en noemt het: ”Knielen op een dorsvloer vol violen”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer