Opinie

Laten christenen niet klagen, maar blijven getuigen

Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft onlangs besloten het verbod op godslastering te schrappen. Laten christenen niet klagen, maar vrijmoedig Gods Naam uitdragen, stellen 
Wilfried Verboom en Hans Alderliesten.

Wilfried Verboom en Hans Alderliesten
7 June 2013 06:44Gewijzigd op 15 November 2020 04:00
Foto Fotolia
Foto Fotolia

God is al van eeuwigheid realiteit. De heiligheid van Zijn Naam hangt niet af van de oprichting van de Bond tegen vloeken in 1917. Ze hangt ook niet af van de invoering van het wetsartikel waarin het verbod op godslastering in 1932 werd vastgelegd. Of van de schrapping van dit artikel in 2013. God overstijgt wetsartikelen en menselijke bepalingen.

Onlangs hebben wij in deze krant (zie RD 19-3) betoogd dat het schrappen van het verbod op smalende godslastering meer pijn oplevert dan wanneer het artikel behouden zou worden. Klagen dat het artikel verdwijnt, is echter ongepast. Want laten we eerlijk zijn, verandert ons leven erdoor?

De theoretische mogelijkheid dat vloeken bestraft kan worden door een wereldlijke rechter verliezen we. Maar moeten we dat wel willen? Kan een wereldlijke rechter beoordelen of er sprake is van godslastering – laat staan „smalende” godslastering?

De Bond tegen vloeken ziet zich nu geconfronteerd met een meerderheid van de Nederlandse bevolking die God wil afschaffen. Gods Naam wordt uit rituelen en gebruiksvoorwerpen gebannen. Het duurt niet lang meer tot het muntstuk van 2 euro geen randschrift ”God zij met ons” meer bevat en koning Willem-Alexander niet meer ”bij de gratie Gods regeert”, maar bij de gratie van het volk. Als het hierover gaat, merkt de Joodse denker Emmanuel Levinas ergens terecht op dat de evolutie van het recht niet mag leiden tot een verachting van wat dan ook. En: „Als wij de letter van onze wetboeken veranderen, moeten wij de geest redden.”

Christenen past moed en voorzichtigheid. Moed om goede dingen te doen, integer en betrouwbaar te zijn. Voorzichtig, om geen parels voor de zwijnen te werpen maar ook om met fluwelen handschoen met het heilige om te gaan.

In het RD van 21 januari vroeg hoofdredacteur Kranendonk zich af of mensen wel beseffen wat het betekent als de Naam van God wordt gebruikt bij wetteksten, eedformules en ambtsgebeden. In veel gevallen ontbreekt de noodzakelijke ernst. Dat deed hem hierbij uitkomen: „Wat heb je dan aan een lege vorm waarbij de inhoudsvolle betekenis niet wordt beleefd?” Door ons project Het Land In –met een bus trekken we door Nederland– merken we dat er in de samenleving wel degelijk ruimte is voor God en Zijn Naam. Dit blijkbaar in tegenstelling tot in wetgeving, bestuur en publieke ruimte.

Wij zijn in 2012 gestart met dit project. Op markten en braderieën was de bond present met een speciaal beplakte bestelbus. Medewerkers gingen met mensen in gesprek over schelden en vloeken. De gesprekken gingen ook over God en het geloof, zo bleek. Dit noemen we ”occasional communications”: toevallige gesprekken. De insteek is een conversatie over scheld- en vloekwoorden, de opbrengst een gesprek over de zin van het bestaan en de betekenis van Gods bestaan. Een traject dat aandacht van de media trekt, waarbij het accent ligt op het in gesprek gaan met mensen over (het reageren op) vloeken.

God schiep met het Woord de wereld. Het Woord heeft onder ons gewoond. Daarom durven wij mensen aan te spreken op schelden en vloeken – omdat het lelijk is en Gods Naam heilig is. De gesprekken worden aangegaan vanwege de vaste overtuiging dat God het beste met mensen voor heeft. Aandacht voor positief taalgebruik staat centraal. Door in de nabije toekomst op zoek te gaan naar samenwerkingspartners, verbanden te leggen die er nog niet waren en na te denken over een zo effectief en aansprekend mogelijke boodschap op posters en in de media, hoopt de bond Nederland mooier te maken.

Het gaat de Bond tegen vloeken niet alleen om het verdedigen, maar ook om het uitdragen van Gods Naam. God roept ons ertoe op een licht te zijn. De Bond tegen vloeken wil laten zien dat een van Gods Namen is: ”Ik ben er”. De Bond heeft al die jaren nagedacht over het vertalen van de boodschap. Een van de advertentieteksten die de Bond al jaren gebruikt is ”Niet klagen, maar steunen”. De papegaai is een goede en adequate metafoor. Die creativiteit willen we graag vasthouden. Daarbij kunnen we niet zonder de leiding van de Geest, gesteund door uw gebed.

De auteurs zijn respectievelijk directeur en persvoorlichter van de Bond tegen vloeken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer