Turkse premier Erdogan noemt betogers vandalen
ISTANBUL (ANP/RTR). De Turkse premier Erdogan is in de nacht van donderdag op vrijdag door een mensenmassa van aanhangers opgewacht op het vliegveld van Istanbul.
„We zijn sterk, maar nooit koppig. We zijn samen, we zijn verenigd, we zijn broeders”, zei Erdogan tegen tienduizenden toehoorders. Hij noemde de betogers vandalen en zei dat de demonstraties niets meer met democratie te maken hebben. Ook weet hij de dood van een politieman aan de betogers.
Erdogan riep hij zijn medestanders op zich niet mee te laten sleuren in het geweld. Volgens de BBC scandeerden de betogers op het vliegveld leuzen als „Laten we gaan, laten we Taksim platwalsen”. Erdogan antwoordde door hen op te roepen vredig naar huis te keren. „Jullie zijn kalm en volwassen gebleven. We gaan hiervandaan allemaal naar huis.”
De premier keerde terug van een vierdaagse reis in Noord-Afrika, terwijl in Turkije grote onrust uitbrak. Ruim een week geleden begonnen protestacties op het Taksimplein tegen Erdogans bouwplannen in het Gezipark. De tegenstanders van Erdogan hebben zich donderdag- op vrijdagnacht opnieuw verzameld op het Taksimplein.
De onrust sloeg over naar steden in het hele land en groeiden uit tot massale demonstraties tegen de autoritaire bestuursstijl van Erdogan en de regering in het algemeen. Tot nu toe zijn vier mensen om het leven gekomen.
Vanuit Tunesië had Erdogan al laten weten door te gaan met zijn omstreden bouwplan.