Assertiviteitscursus voor ouderen: om hulp leren vragen
Nee zeggen, kritiek leveren en contacten leggen. Zes vrouwen van 78 tot 95 jaar volgden de afgelopen maanden in Gouda een assertiviteitscursus voor ouderen. Het resultaat: „Ik durf nu om hulp te vragen en lig daar ’s nachts niet meer over te piekeren.”
De vuile was niet buiten hangen. Problemen zelf oplossen of vertellen dat ze niet zo erg zijn als ze lijken. Geen aandacht voor jezelf vragen of kritiek durven uiten. Dit kenmerkt veel 70-plussers, weet maatschappelijk werker Angelique de Graaf. Ze verzorgde samen met haar collega Danieke Hoexum de assertiviteitscursus ”Opkomen voor uzelf” van de Goudse hulpverleningsinstantie Kwadraad. „Bij alle cursisten riep de opmerking ”Laat maar zitten” veel herkenning op. Ze willen een ander niet tot last zijn.”
Bij assertiviteitscursussen voor volwassenen zijn mensen van 18 tot 100 welkom. De Goudse cursus is waarschijnlijk de eerste in Nederland die zich specifiek op ouderen richt, denkt De Graaf. Ze ging bijna drie jaar geleden bij Kwadraad aan de slag. Voor die tijd werkte ze in een verpleeghuis. „Negentig procent van mijn cliënten is ouder dan 70 jaar. Kwadraad richtte zich vroeger niet specifiek op ouderen, terwijl er volgens mij bij senioren wel behoefte aan psychosociale hulp bestaat. Vooral op het gebied van omgaan met het verlies van een partner, van mobiliteit en van contacten.”
Tijdens gesprekken met oudere cliënten ontdekte de maatschappelijk werker dat er vaak thema’s op het gebied van assertiviteit aan de orde kwamen. „Soms besprak ik drie keer hetzelfde op één dag. Het leek mij effectiever om dit in groepsverband te doen. Dankzij subsidie van de gemeente Gouda kunnen we dit jaar twee cursussen verzorgen.”
Tekeergaan
Er leven veel onjuiste ideeën over assertiviteit, weet De Graaf. „Het is niet hetzelfde als een ander eens goed de waarheid zeggen of flink tekeergaan. Assertiviteit is communiceren op basis van gelijkwaardigheid en vanuit respect. Zo’n houding zorgt voor een ontspannen contact.”
Mensen raken bij het klimmen van de jaren steeds meer aangewezen op zorg en worden afhankelijker van hun kinderen. Dan telt een goed contact. Maar daar schort het vaak aan. „Ouderen vullen vaak in wat een ander denkt, zonder na te gaan of dit klopt. Als hun kind hen minder bezoekt, concluderen ze dat ze waarschijnlijk iets verkeerds gezegd hebben. De echte redenen zou echter examens of drukte in het gezin kunnen zijn. Als een medebewoner hen een keer niet groet, zoeken ouderen de oorzaak direct bij zichzelf. Soms nemen dergelijke irreële gedachten grote proporties aan: Mijn zoon zal mijn reactie vast aan de andere kinderen vertellen en straks wil er niemand meer bij me langskomen.”
Opkomen voor zichzelf is niet de sterkste kant van veel zeventigplussers. „Ze leerden nooit ik-boodschappen te geven en zijn snel bang niet aardig gevonden te worden wanneer ze iets aankaarten. Ze houden hun mond als de huishoudelijke hulp elke keer een halfuur te laat komt of slecht schoonmaakt. Hun redenering is: „Ik ben al blij dat ik hulp heb en poets de rest wel als de hulp weg is. Ik ga geen kritiek leveren, want dan komt de hulp niet meer.” Het komt niet in zo’n cliënt op dat er een indicatie voor een aantal uren is gegeven en dat ze gewoon recht heeft op die hulp.”
Geen aandacht vragen
In het contact met een ander is elk mens voor 50 procent verantwoordelijk voor het verloop ervan, betoogt De Graaf. „De cursisten voelden zich daarentegen voor 80 procent verantwoordelijk. Aandacht voor zichzelf vragen bleek ook lastig, want als je dat doet krijgt een ander onvoldoende aandacht. Deze houding heeft te maken met rolpatronen die iemand van huis uit heeft meegekregen. Dit onderwerp kreeg in de bijeenkomsten meer aandacht dan tijdens reguliere assertiviteitscursussen.”
De Graaf probeerde de senioren duidelijk te maken wat het verschil is tussen observatie en interpretatie. De betrokkene moet een ander vragen of zijn interpretatie klopt. „Ouderen zijn daar huiverig voor. We hebben nagevraagd waar ze bang voor zijn en wat er zou gebeuren als ze zo’n vraag stelden. Doen ze geen navraag, dan is het hun eigen keus om een situatie niet te veranderen. Het zich bewust zijn van die keuzemogelijkheid geeft al zelfvertrouwen.”
Huilen en lachen
Ouderen hebben veel meegemaakt. „De ervaringen van deelnemers riepen herkenning op. Ze hebben tijdens de zes cursusmiddagen gehuild en gelachen. Ook deze keer viel mij de grote waarde van het lotgenotencontact op. Het is bevrijdend voor cursisten als een van hen vertelt dat ze inmiddels nee durft te zeggen, dit als positief ervaart én dat ze zich afvraagt waarom ze zich over dat nee zeggen al die jaren druk heeft gemaakt.”
Het viel De Graaf op hoeveel zelfinzicht de cursisten hebben. „Tijdens de intakegesprekken voorafgaand aan de cursus kon iedereen haarfijn aangeven waar het bij haar aan schortte. Hoe dit moest veranderen, wist echter niemand.”
Er is inmiddels het nodige gebeurd. De cursusleiders staan versteld van de flexibiliteit en het leervermogen van de senioren. „Iedereen gaf tijdens de evaluatie aan veel te hebben opgestoken en in de praktijk toe te passen. De cursisten durven eerder om hulp te vragen, leggen makkelijker contacten, letten op hun lichaamshouding en zeggen waar hun grenzen liggen. Natuurlijk is de een daar verder mee dan de ander.”
In het najaar hoopt de maatschappelijk werker met haar collega een tweede assertiviteitscursus voor ouderen te verzorgen. Voor een verder vervolg is ze afhankelijk van subsidie van de gemeente. Aan haar zal het niet liggen. „Deze cursus sluit aan bij het tempo van senioren en geeft meer aandacht aan onderwerpen die hen raken.”
Volgens De Graaf werkt de cursus preventief en kostenbesparend. „Iemand die meer ontspannen in het leven staat, kent minder stress en krijgt minder klachten. Het huisartsenbezoek zal daardoor afnemen. Een oudere die zijn grenzen durft aan te geven, krijgt alleen de zorg die hij echt nodig heeft. Enthousiaste verzorgenden kunnen de tijd die daardoor overblijft aan een ander besteden.”
Een assertiviteitscursus bespaart niet alleen kosten, maar vergroot ook de kwaliteit van leven. „Een mevrouw vertelde dat ze zich dankzij de cursus rustiger voelt. Ze ligt geen uren meer te piekeren en slaapt sinds enkele weken acht uur per nacht. Ze vertelde dat ze om hulp durft te vragen. Het ergste wat ze volgens haar kan horen, is: „Nee.” Meer niet.”
„U bent veel te bescheiden, u moet wat assertiever worden.” Dat hoorde Jeanne Schoon (95) van de directrice van zorgcentrum Irishof in Gouda waar ze woont. „Ze had gelijk, want opkomen voor jezelf is nodig in een zorgcentrum”, zegt Schoon. „Als ik tussen bijdehante dames zit die nadrukkelijk aanwezig zijn, trek ik me terug en ga ik naar mijn kamer. Ik voel mij dan niet op mijn gemak.”
Schoon nam de afgelopen maanden op eigen initiatief deel aan de assertiviteitscursus voor ouderen in haar woonplaats. Het verraste haar hoe goed de cursusleiders peilden waar bij haar de schoen wringt. „Ze vertelden mij dat ik nee mag zeggen. Dit was nieuw voor me. Als mij gevraagd werd ergens aan mee te doen, zei ik ja. Ook al had ik er geen zin in. Voor mezelf kiezen vond ik verschikkelijk, want dan zou ik anderen teleurstellen.”
De cursusmiddagen hebben effect. „Het lukt me inmiddels om nee te zeggen, al gaat dit nog niet vanzelf. Ik durf iets meer mezelf te zijn. Een mens is dus nooit te oud om te leren.”
Schoon pikte nog meer op van de cursus. Onder andere over het beginnen en onderhouden van een gesprek. „Als er iemand naast mij komt zitten, weet ik niet hoe ik het contact moet leggen. Tijdens de cursus kwamen gesloten en open vragen aan de orde. Ik heb het geleerde inmiddels toegepast in de praktijk en zal dit blijven oefenen.”
Ook Rie de Jong (90) gaf zichzelf op voor de assertiviteitscursus. De bewoonster van zorgcentrum Irishof vond het tijd om voor zichzelf te leren opkomen. „Ik voelde mij altijd verantwoordelijk voor anderen en zei nooit nee. Dat zou mij een schuldgevoel bezorgen. In mijn jeugd leerde ik eerst aan anderen te denken en dan pas aan mezelf. Dit werd versterkt doordat mijn moeder overleed toen ik 18 was en ik als oudste van zeven kinderen de zorg voor het gezin op me nam. Nadat ik getrouwd was, klopten mijn broers en zussen ook nog bij mij aan met hun zorgen en vragen.”
De Jong bracht het geleerde kortgeleden in praktijk. „Een zus belde me om te zeggen dat ze op bezoek kwam. Ik vertelde dat ik die middag cursus had, maar mijn zus zei dat ze toch wilde komen, omdat haar dochter er al vrij voor had genomen. Toen heb ik gezegd dat ze vooraf met mij had moeten overleggen en ze alleen ’s morgens welkom was. Een zelfoverwinning, waar ik ook nog eens geen schuldgevoel aan heb overgehouden. Natuurlijk blijf ik na de cursus rekening houden met anderen, maar dat verwacht ik ook van een ander.”
De bewoonster van de Irishof durft ook aan te geven wat ze moeilijk vindt. „Bijvoorbeeld dat het soms erg lang duurt voordat er iemand komt om mij naar het toilet te helpen. Vroeger zou ik mijn mond gehouden hebben vanuit de gedachte dat ik zeurde.”
Beide deelnemers hebben genoten van de gezellige en open sfeer tijdens de cursusmiddagen. De Jong: „Ik raad ieder die onzeker is aan zo’n cursus te doen. Ik voel mij nu een stuk zekerder.”